Wij zijn momenteel open!

 
maandag
21-04-2025
Gesloten
dinsdag
22-04-2025
10:00 - 18:00
woensdag
23-04-2025
10:00 - 18:00
donderdag
24-04-2025
10:00 - 18:00
vrijdag
25-04-2025
10:00 - 18:00
zaterdag
26-04-2025
10:00 - 17:00
zondag
27-04-2025
Gesloten
Gratis verzending vanaf € 75
Persoonlijk advies
Ruime voorraad
Veilige betaling

FAQ

FAQ: Contactlenzen

Klik op één van onderstaande vragen of trefwoorden voor meer informatie.

De kostprijs van contactlenzen vergeleken met een bril

Voor de prijs van een doorsnee bril kan je tegenwoordig méér dan een jaar lang contactlenzen dragen. Bespreek met je contactlensspecialist welk type lens en welke vervangfrequentie het beste voor je is.

Hoe lang kan je een contactlens bewaren nadat ze uit de verpakking is genomen?

Dit varieert naargelang het onderhoudsproduct dat je gebruikt. Raadpleeg de bijsluiter van het product voor meer details.

Hoe lenzen inzetten?

Bereid je voor

Was je handen met een milde zeep, spoel ze af en droog ze met een pluisvrije handdoek. Zorg ervoor dat de afvoer van de wastafel gesloten is vooraleer je de lenzen manipuleert. Lenssterktes zijn meestal niet hetzelfde voor beide ogen, dus let erop dat je de juiste lens op elk oog zet. Maak er een gewoonte van om altijd met hetzelfde oog (links of rechts naar keuze) te beginnen. Zo vermijd je verwarring. Haal de lens voorzichtig uit de verpakking of de lenshouder. Gebruik geen pincet of andere voorwerpen. Vermijd de lens met je nagels aan te raken. Dit kan de lens beschadigen.

Voor zachte lenzen:
1. Controleer de lens

Plaats de lens op de top van je wijsvinger en houdt ze tegen het licht. Verzeker je ervan dat ze schoon en stofvrij is en geen scheurtjes of beschadigingen heeft. Als de lens beschadigd is, zet ze dan niet in!
Verzeker je ervan dat de lens niet binnenstebuiten zit. Een lens die binnenstebuiten op het oog wordt gezet kan oncomfortabel aanvoelen en geeft geen scherp zicht.

Methode 1: plaats de lens op de top van je wijsvinger en kijk naar de vorm. Als de randen zich mooi naar binnen vouwen (de lens lijkt op een kommetje) zit ze juist. Als de randen naar buiten krullen (de lens lijkt op een bord) zit de lens binnenstebuiten en moet ze worden omgekeerd.

Methode 2: hou de lens tussen duim en wijsvinger. Buig de randen van de lens voorzichtig naar elkaar toe. Nijgen de randen naar elkaar, dan zit de lens goed. Indien de randen eerder van elkaar weg plooien, dan zit de lens binnenstebuiten.

2. Plaats de lens op het oog

Zet de lens op de top van je wijsvinger (als je linkshandig bent, is links eenvoudiger).
Zorg ervoor dat je vinger droog is, anders blijft de lens plakken en is het moeilijk om ze in te zetten.
Kijk recht vooruit in de spiegel en concentreer je op je ogen, niet op je handen.
Plaats de middelvinger van dezelfde hand op je onderste ooglid en trek dit iets naar beneden.
Gebruik de vingers van je andere hand om het bovenste ooglid iets omhoog te trekken.
Zet de lens direct op het oog.
Kijk naar beneden, laat het onderste ooglid los en vervolgens het bovenste.
Voorzichtig knipperen. De lens centreert automatisch. Herhaal de handelingen met de andere lens.

Voor flexibele lenzen:

Zet de contactlens op de top van uw wijsvinger, hou de oogleden goed uit elkaar.
Zet de lens direct op de cornea (het hoornvlies).
Controleer of de lens goed zit door even om je heen te kijken.
Volg dezelfde procedure met de tweede lens. Indien je de lens laat vallen, spoel ze dan eerst grondig af met een steriele zoutoplossing of een alles-in-één vloeistof.
Wanneer de lens na het inzetten irriteert, kan het zijn dat er bvb. een stofje onder zit. Neem de lens dan opnieuw uit, spoel ze af en zet ze opnieuw in. Indien de irritatie blijft, raadpleeg dan zo snel mogelijk uw contactlensspecialist.
Zet nooit een beschadigde lens in!

Een kink in de kabel...

Je bent er niet in geslaagd om je lens in te zetten? Spoel ze dan even af met een steriele saline-oplossing vooraleer opnieuw te proberen.

De lens zit niet gecentreerd op het oog. Zo af en toe kan het voorkomen dat de lens zich tijdens het inzetten of tijdens het dragen verplaatst naar het witte gedeelte van het oog. Als dat het geval is, kijk dan waar de lens zit en masseer de lens terug naar de plaats tussen de oogleden.

Er zit iets op de lens. Neem de lens uit en kijk of er cosmetica of vuildeeltjes zijn achtergebleven. Spoel de lens grondig met steriele saline voor je de lens weer in het oog plaatst.

De lens zit binnenstebuiten. Zie hierboven onder het punt 'Controleer de lens'.

De lens is gescheurd of beschadigd. Als dit het geval is, mag de lens nooit ingezet worden. Gooi de lens weg en zet een nieuwe in, of neem contact op met uw contactlensspecialist.

Als je zicht nog steeds niet scherp is en de lens voelt niet comfortabel aan nadat je bovenstaande hebt gecontroleerd, neem dan de lenzen uit en neem contact op met je specialist.

Hoe lenzen manipuleren?

Omgaan met je lenzen is een kwestie van routine: eens je de verschillende handelingen onder de knie hebt, verloopt alles zeer vlotjes. Alleen jij kunt ervoor zorgen dat je contactlenzen gedragen, vervangen en onderhouden worden zoals je contactlensspecialist dat heeft aangeraden. Zorg dragen voor je contactlenzen mag dan al een hele klus lijken, je zal al heel snel merken dat het allemaal nog meevalt. Daarenboven maken de onderhoudsproducten van de nieuwe generatie het je een stuk makkelijker. Geniet dus van je lenzen en bescherm je ogen.

Hoe lenzen uitnemen?

Was, spoel en droog je handen. Sluit de afvoer van de wastafel.
Trek het onderste ooglid met de middelvinger naar beneden. Verzeker je ervan dat de lens op het oog zit.
Plaats de top van de wijsvinger op de lens en kijk vervolgens opwaarts. Hierdoor zal de lens naar beneden worden verschoven, op het witte gedeelte van het oog.
Pluk de lens daar tussen duim en wijsvinger.
Reinig en desinfecteer de lenzen of gooi ze weg (afhankelijk van het lenstype).
Herhaal bovenstaande procedure voor de andere lens. Als je problemen hebt om de lens uit te nemen, breng dan een paar comfortdruppels of steriele zoutoplossing in het oog, wacht een ogenblik en probeer opnieuw.

Voor flexibele lenzen:

Er zijn verschillende methoden om de lenzen uit te nemen. Je kunt zelf het best beoordelen wat voor jou de eenvoudigste methode is. Hieronder vind je er 2 beschreven:

Methode 1:

Buig het hoofd een beetje naar voren en houdt één hand zo dat je de contactlens op kan vangen.
Leg de wijsvinger van de andere hand bij de buitenste ooghoek en kijk naar het puntje van de neus. Maak je ogen groot. Wanneer je de oogleden nu krachtig naar buiten trekt en knippert, valt de contactlens vanzelf in je hand.

Methode 2:

Met gebruik van een zuignapje:
Kijk in de spiegel en zet het zuignapje voorzichtig op de lens.
Neem de lens door middel van het zuignapje van het oog.

Hoe vaak moet ik mijn contactlenzen vervangen?

Er zijn verschillende vervangschema's, naargelang van het lenstype. Het aanbevolen vervangschema zal u meegedeeld worden door uw contactlensspecialist. U vindt het ook terug op de bijsluiter die de lensfabrikant aanlevert. Overschrijdt in ieder geval nooit de aanbevolen vervangperiode.

Hoe weet ik dat mijn contactlenzen 'opgebruikt' en aan vervanging toe zijn?

Typische symptomen die optreden wanneer een lens aan vervanging toe is, zijn troebel zicht, ongemak, lensverkleuring en afzettingen. Deze kunnen aanleiding geven tot allergie of andere oogcomplicaties. Daarom worden nu meestal snelvervanglenzen aangeraden omdat deze lenzen vervangen worden nog voor deze problemen zich kunnen voordoen. Belangrijk is wel dat je je nauwgezet aan de aanbevolen vervangfrequentie houdt en je lenzen niet te lang draagt.

Hoe werkt een contactlens?

Contactlenzen rusten op het hoornvlies, het transparante oppervlak van het oog. Zij worden op hun plaats gehouden door adhesie aan de traanfilm, die het voorste deel van het oog bedekt, en in mindere mate door de druk die de oogleden uitoefenen.

Bij het knipperen glijden de oogleden over het oppervlak van de contactlens, waardoor ze lichtjes gaat bewegen. Deze beweging zorgt ervoor dat de tranen het hoornvlies of cornea kunnen bevochtigen. De tranen helpen ook om de vuildeeltjes te verwijderen die zich tussen cornea en contactlens kunnen opstapelen.

Contactlenzen zijn optische hulpmiddelen die vooral aangewend worden voor het corrigeren van verziendheid, bijziendheid, astigmatisme en presbyopie. In deze gevallen wordt het licht niet nauwkeurig genoeg op het netvlies (een transparante laag van zenuwcellen die een rol spelen bij de lichttransmissie) geprojecteerd. Dit resulteert in een wazige beeldvorming: het zicht is niet meer scherp.

Ik draag contactlenzen en heb steeds een onprettig gevoel wanneer ik met het vliegtuig reis.

Door de lage vochtigheidsgraad in het vliegtuig worden je ogen droger. Daardoor ervaar je een onprettig gevoel als je lenzen draagt: het is net alsof er een zandkorreltje in je oog zit. Je kan dit verhelpen door een paar bevochtigingsdruppeltjes in het oog te doen wanneer je in het vliegtuig stapt. Personen die werken in ruimten met airco hebben vaak last van hetzelfde euvel.

Ik draag nu een leesbril. Kan ik ook lenzen dragen?

Personen met presbyopie of ouderdomsverziendheid slagen er niet in om nabijgelegen voorwerpen scherp in beeld te brengen. Typisch kenmerk is het op armafstand houden van de krant wanneer men de iets kleinere lettertjes wilt lezen. Meestal wordt dan een leesbrilletje aangeraden. Er bestaan echter ook contactlenzen die kunnen helpen. CIBA Vision heeft daarvoor Focus Progressives ontwikkeld, een progressieve maandlens en Focus DAILIES Progressives, een progressieve daglens, voor de presbyoop. Spreek er eens over met je contactlensspecialist. Misschien is dit voor jou de geschikte oplossing.

Ik heb vaak last van droge ogen. Kan ik dan lenzen dragen?

Je kansen op het probleemloos dragen van lenzen zijn weliswaar kleiner dan bij iemand die hier geen last van heeft, maar het betekent niet dat je geen lenzen kan dragen. Het is wel mogelijk dat je je lenzen minder lang kan inhouden of dat je ze enkel occasioneel kan dragen (bijvoorbeeld enkel tijdens het weekend, sporten, ...). Je kan je draagcomfort verhogen door het gebruik van bevochtigingsdruppels. Raadpleeg in ieder geval je contactlensspecialist: hij kan je vertellen welke lenzen in dergelijke omstandigheden het best voor jou geschikt zijn.

Is het noodzakelijk om proteïneverwijderingstabletten te gebruiken?

De noodzaak om proteïneverwijderingstabletten te gebruiken, hangt af van de hoeveelheid proteïnen (eiwitten) die aangemaakt wordt, het vervangschema van je lenzen en het gebruikte onderhoudssysteem. Je contactlensspecialist dient je hierin te adviseren.

Kan ik contactlenzen blijven dragen?

De afgelopen jaren hebben op het gebied van de ontwikkeling van contactlenzen grote vernieuwingen plaatsgevonden. En nog altijd gaat de innovatie in de techniek door en komen er steeds meer mogelijkheden om contactlenzen te dragen. Dankzij technologische ontwikkelingen is het tegenwoordig mogelijk om met contactlenzen alle mogelijke vormen van oogafwijkingen op een veilige wijze te corrigeren.

Kan ik met contactlenzen de kleur van mijn ogen veranderen?

Er bestaan lenzen die de natuurlijke kleur van je ogen versterken en lenzen die je natuurlijke kleur volledig veranderen. Bruine ogen worden omgetoverd in blauwe enz. Er bestaan verschillende kleuren waaruit je kan kiezen.

Kan ik mijn contactlenzen tijden het zwemmen inhouden?

Ja, maar aanbevolen wordt een zwembrilletje te dragen dat stevig aansluit. Anders zou je je contactlenzen kunnen verliezen. Zonder brilletje zouden je contactlenzen ook zwembadwater absorberen. Daardoor gaan de lenzen aan je ogen 'kleven'. Als dit gebeurt, probeer dan niet om je lenzen onmiddellijk te verwijderen. Het water in je contactlenzen moet dan eerst vervangen worden door je natuurlijke tranen en dat duurt zo'n 10 tot 15 minuten. Wacht dus eerst even en neem de lenzen dan uit de ogen. Door het zwemmen met contactlenzen stel je je ogen ook bloot aan allerlei bacteriën en chloor. Ook dat kan tot irritatie en ongemak leiden. Een zwembrilletje opzetten is dus de boodschap.

Kan ik mijn lenzen 'verliezen' achter het oog?

Neen, je lenzen kunnen onmogelijk achter je ogen 'verdwijnen'. Een dun maar zeer sterk membraan, de conjunctiva, loopt van de binnenzijde van de oogleden tot op het witte gedeelte van het oog. Je kan je lens dus nooit in het oog 'verliezen'. Je lens kan wel onder de oogleden glijden of zich verplaatsen. Als dat gebeurt, tracht dan in de richting van de lens te kijken om ze terug op haar juiste positie te krijgen. Zachte contactlenzen hebben de neiging zich automatisch op het hoornvlies te centreren.

Kan ik mijn lenzen dragen wanneer ik pijn heb aan de ogen?

Het is niet aangeraden om contactlenzen te dragen wanneer je ongemakken ervaart, vooral niet als die in relatie staan tot je lensdragen. Raadpleeg in dit geval je contactlensspecialist.

Kan ik mijn lenzen langer dragen als die aan het eind van de periode nog prettig aanvoelen?

Het is belangrijk dat je de voorgeschreven draagtijd respecteert en niet overschrijdt. Snelvervanglenzen zijn precies ontwikkeld om onaangename voorvalletjes als irritaties, droge ogen, troebel zicht en allergische reacties voor te zijn. Vaak zijn deze het gevolg van proteïnen en lipiden die zich op de lenzen vastzetten. De chemische structuur van afzettingen die te lang op de lens zitten, wijzigt en kan aanleiding geven tot irritaties. Bovendien stijgt de kans dat bacteriën zich vasthechten aan de lens en dat verhoogt de kans op gezondheidsrisico's, zelfs zonder dat het iets aan het comfort van de lens afdoet. Volg dus de raad van je contactlensspecialist nauwgezet op wanneer hij je een vervangschema voorstelt.

Kan ik sporten met contactlenzen?

Contactlenzen dragen tijdens het sporten is zeker te verkiezen boven een bril. Met contactlenzen heb je immers geen last van de ongemakken die een bril met zich meebrengt. Contactlenzen beslaan niet, schuiven niet van je neus en geven je een totaal gezichtsveld waardoor je alleen maar beter uit de hoek kan komen.

Kunnen contactlenzen ultravioletlicht blokkeren?

Sommige contactlenzen bevatten een UV-filter, die een groot gedeelte van de schadelijke UV-stralen tegenhoudt. Gezondheidsinstanties gaan ervan uit dat contactlenzen geen vervangmiddel zijn voor zonnebrillen, temeer omdat contactlenzen maar een deel van het oog bedekken en een ander deel onbeschermd laten. Het is dus sowieso aangeraden een goede zonnebril te dragen boven de contactlenzen.

Tips en tricks

  • Draag je lenzen niet langer dan afgesproken, zelfs al voelen je lenzen aan het eind van die periode nog comfortabel aan.
  • Verwijder, reinig en desinfecteer je lenzen op de afgesproken tijdstippen.
  • Laat regelmatig je ogen controleren door je contactlensspecialist.
  • Slaap niet met je lenzen tenzij je de goedkeuring van je specialist hebt gekregen.
  • Raadpleeg je contactlensspecialist alvorens enige oogmedicatie te gebruiken in combinatie met contactlenzen.
  • Maak van lenshygiëne een gewoonte.
  • Was je handen met een milde zeep, spoel ze af en droog ze met een pluisvrije handdoek alvorens je lenzen aan te raken.
  • Breng je make-up aan nadat je je lenzen hebt ingezet. Gebruik vetvrije make-up, en gebruik niet het soort mascara met vezels dat je wimpers langer maakt, want deze kunnen de lens vervuilen. Gebruik geen make-up aan de binnenkant van de wimperrand. Dit kan de lenzen vervuilen en irritatie veroorzaken. Verwijder make-up als je de lenzen nog in hebt. Sluit je ogen als je haarlak of een andere spray gebruikt.
  • Bescherm je onderhoudsvloeistoffen tegen contaminatie: sluit de fles na gebruik - laat het tuitje van de fles nergens mee in aanraking komen.
  • Vloeistoffen nooit hergebruiken.
  • Niet zwemmen met lenzen tenzij met een zwembrilletje op.
  • Gebruik nooit producten waarvan de vervaldatum overschreden is.
  • Respecteer alle stappen bij het onderhoud van je lenzen.
  • Luister naar je ogen.
  • Draag je lenzen niet als je ogen rood zijn of pijnlijk aanvoelen.
  • Indien de lenzen irriteren, je ogen rood worden, je zicht vertroebeld of je een gevoeligheid voor licht ontwikkelt, neem dan je lenzen uit en contacteer je contactlensspecialist.
  • Een beetje organisatie kan nooit kwaad.
  • Gebruik een goede spiegel en voldoende verlichting wanneer je je lenzen manipuleert.
  • Maak er een gewoonte van je lenzen altijd in dezelfde volgorde in te zetten. Begin bijvoorbeeld steeds met de rechterlens. Zo sluit je vergissingen uit.
  • Als je je lenzen in de badkamer inzet en je gebruikt de spiegel die boven de wastafel hangt, sluit dan even de waterafvoer. Je weet maar nooit...
  • Om vergissingen te vermijden: bewaar je lenzen en vloeistoffen niet in het medicijnkastje.
  • Zorg ervoor dat je altijd voldoende lensvloeistoffen in huis hebt. Gebruik nooit leidingwater of speeksel. Gebruik voor bewaring alleen het daartoe bestemde lensetui.
  • Zorg ervoor dat je steeds een reservelens bij de hand hebt.
  • Lenzen corrigeren je zicht, ze dienen niet als bescherming voor je ogen. Zorg er dus voor dat je je ogen beschermt wanneer dat nodig is (zon, bepaalde taken,...).

Uit welk materiaal zijn contactlenzen vervaardigd?

Contactlenzen zijn vervaardigd uit plastics, materialen die polymeren genoemd worden. Sommige van deze polymeren nemen haast geen water op en worden gebruikt om zgn. vormvaste ('flexibele') lenzen te maken. Andere nemen wel een zeker percentage water op en worden hierdoor zacht.

Vind je je bril leuk?

Vind je dat je bril perfect bij je past en opteer je daarom voor deze gezichtscorrectie? Weet dan dat je nu eigenlijk niet meer moet kiezen tussen een bril OF lenzen. Contactlenzen van de nieuwe generatie vragen een zeer beperkte gewenningstijd en zitten zo comfortabel dat je ze perfect occasioneel kunt dragen (sport of een avondje uit).

Wanneer ben je astigmaat?

Bij velen onder ons is het hoornvlies niet volmaakt bolvormig. Wanneer de aanwezigheid van vlakkere en steilere delen aanleiding geeft tot een verstoring van je gezichtsscherpte, ben je astigmaat. Dit kan ook een gevolg zijn van een niet-perfecte lichtbreking door de ooglens. Astigmatisme kan o.a. verholpen worden door een contactlens met torische sterkte.

Wat zijn de 6 verschillende functies?

De 6 verschillende functies zijn:

Dagelijks reinigen om de vuildeeltjes die zich op de lens hebben vastgezet te verwijderen. Niet-losgemaakte deeltjes maken dat de lens oncomfortabel gaat aanvoelen en het zicht minder scherp wordt. Ze verminderen tevens de desinfecterende kracht van de oplossingen die mogelijk schadelijke micro-organismen doden.

Desinfecteren om micro-organismen (bacteriën, schimmels en virussen) die op de lens zitten te doden. Er zijn 2 soorten desinfectievloeistoffen: producten op basis van waterstofperoxide, die een neutralisatie vereisen, en de zogenaamde chemische desinfectantia die geen neutralisatie behoeven. Neutralisatie is dus enkel nodig wanneer de lenzen gedesinfecteerd worden met een product op basis van waterstofperoxide. In hogere concentraties is dit een zeer krachtig desinfectant, dat een brandend gevoel geeft. Daarom mag ongeneutraliseerde peroxidevloeistof nooit in rechtstreeks contact met het oog komen. Door de neutralisatiereactie wordt het peroxide afgebroken tot water en zuurstof.

Spoelen en bewaren van lenzen. Voor het spoelen van de lenzen wordt meestal een isotonische zoutoplossing gebruikt. Let op: een zoutoplossing alleen is niet geschikt om de lenzen in te bewaren aangezien ze doorgaans geen stoffen bevat die de micro-organismen doden of hun groei verhinderen. Er bestaan systemen die beide functies combineren. Volg hier weer de raad van je contactlensspecialist op.

Comfortdruppels of bevochtigende oogdruppels. Deze worden gebruikt om de ogen te verfrissen (in een droge of stoffige omgeving). Ze worden ook aangewend om het draagcomfort aan het eind van de dag te verbeteren.

Het verwijderen van proteïnen (eiwitten) gebeurt doorgaans op weekbasis aan de hand van enzymentabletjes. Zij verwijderen hardnekkige proteïneafzettingen. Samen met de reiniging en desinfectie zorgen zij weer voor een zuiver lensoppervlak. Proteïneverwijdering wordt niet aangeraden voor lenzen die sneller dan 1 maand vervangen worden, omdat de lenzen vervangen worden voor de afzettingen voor problemen kunnen zorgen.

Wat zijn de voor - en nadelen van contactlenzen?

Wat zijn nadelen van contactlenzen?

Aan contactlenzen moet je wennen en daarvoor moet je jezelf een beetje tijd gunnen. Bij de lenzen van de nieuwe generatie is die gewenningstijd gelukkig sterk afgenomen. Het dragen van lenzen vraagt ook altijd enige discipline. Bij daglenzen of extended wear (dag en nacht lenzen dragen) heeft deze discipline betrekking op zich houden aan de regels van de hygiëne en de instructies van de aanpasser. Alle andere soorten lenzen dien je dagelijks te reinigen en te desinfecteren. Ook als je laat op stap geweest bent. De moderne alles-in-één vloeistoffen zorgen er wel voor dat de lensmanipulatie tot een minimum kan herleid worden.

Wat zijn de voordelen van contactlenzen?

Esthetische voordelen:

  • Contactlenzen zijn onzichtbaar voor anderen
  • Contactlenzen 'ogen' natuurlijk; ze laten je natuurlijke uitstraling onaangetast
  • Contactlenzen doorstaan modetrends
  • Vooral bij hoge correcties zijn lenzen spectaculair vergeleken met een bril
  • De esthetische voordelen beperken zich niet tot louter 'mooi' zijn. Sociale acceptatie en vooral fysieke beweeglijkheid worden bevorderd door het dragen van lenzen.
  • Kleurlenzen zijn leverbaar zonder of met correctie én in kleurversterkende of opake tinten.

Visuele & praktische voordelen:

  • Ze bieden je een totaal gezichtsveld
  • Geen aandampen bij temperatuurverschillen en regenweer
  • Geen vervorming bij hogere sterkten
  • Zitten niet in de weg tijdens het sporten of bij andere vormen van vrijetijdsbesteding
  • De lenzen blijven steeds gecentreerd op de oogas zodat de correctie optimaal is
  • Betere dieptewaarneming bij hogere sterkten
  • Sommige visuele afwijkingen kunnen beter met contactlenzen worden opgelost, zoals afakie, keratoconus, anisometropie, aniseikonia enz.

Beroepsgebonden voordelen:

Heel wat beroepsactiviteiten vergen een uitstekend zicht. Hier zijn contactlenzen een ideale oplossing. Fotografen en zij die professioneel te maken hebben met microscopen, telescopen en optische instrumenten dragen graag contactlenzen. Ook chirurgen, beroepssportlui en leden van ordediensten kiezen snel voor de optische en de gebruiksvoordelen van contactlenzen. Dat performers, actrices en acteurs gretige lensdragers zijn, is genoegzaam bekend.

Wat zijn torische maandlenzen?

Deze hebben alle eigenschappen van maandlenzen, met als bijkomende kenmerk dat ze ook je astigmatisme corrigeren, wat met gewone maandlenzen niet gebeurt. Zo verbetert je zicht. Torische lenzen zijn wel duurder in aankoop.

Welke levensstijl leid je? Welk soort werk doe je?

Als je houdt van sport en actieve vrijetijdsbesteding bieden contactlenzen tal van voordelen. Lenzen vermijden dat je gehinderd wordt door aangedampte of door de regen bespatte glazen. Lenzen bieden je ook meer veiligheid: bij ongelukken met een bril kunnen de glasscherven het oog kwetsen. Lenzen garanderen je bovendien een totaalzicht: als je met een bril op je neus zijdelings kijkt, levert dit een prismatisch effect op omdat je niet door het centrum van het brilglas kijkt. Met lenzen is zoiets uitgesloten. Hou rekening met je beroep en je werkomstandigheden: als het voor de uitoefening van je taken belangrijk is dat je een totaalzicht hebt (bijvoorbeeld bij autorijden), dan kunnen contactlenzen de voorkeur genieten. Werk je echter in zeer stoffige of droge ruimtes, dan kun je beter opteren voor een bril.

Welke soorten contactlenzen bestaan er?

Er zijn twee basistypen contactlenzen: harde en zachte.

Harde (flexibele) contactlenzen

Tegenwoordig zijn harde lenzen niet echt hard meer. We spreken daarom liever over flexibele lenzen die door moderne materialen en productietechnieken beduidend meer comfort bieden dan de harde lenzen van vorige generaties. Harde lenzen zijn er in vele soorten, van redelijk zuurstofdoorlaatbaar tot extreem zuurstofdoorlaatbaar, belangrijk om het hoornvlies te kunnen laten ademen.

Zachte contactlenzen

Het gemeenschappelijke kenmerk van zachte lenzen is een zeer hoog draagcomfort en bijna geen gewenningsperiode. Uw ogen zijn nauwelijks gevoelig voor zachte lenzen. Juist hierdoor is het belangrijk dat u de juiste soort lens krijgt geadvi­seerd, exact afgestemd op de vorm van uw oogbol en op de conditie van uw ogen en uw traanvocht.

Een ander kenmerk van zachte lenzen is dat zij - als resultaat van de gebruikte materialen - voor een groot deel bestaan uit (traan)vocht. Hierdoor ontstaat op natuurlijke wijze een optimale zuurstofdoorlaatbaarheid, belangrijk om het hoornvlies te kunnen laten beademen.

Daarnaast zijn nog andere opsplitsingen mogelijk
Naar de aangeraden draagperiode: d.i. de tijd dat de lens ononderbroken op het oog blijft.

Dagelijks dragen (bijvoorbeeld tot 18 uur): deze lenzen worden enkel overdag gedragen met een maximum tot 18 uur. De lenzen worden elke dag uitgenomen, gereinigd en gedesinfecteerd na verwijdering, of weggegooid indien het om ééndagslenzen gaat.

Permanent dragen (dag en nacht): lenzen kunnen, in bepaalde gevallen, ook dag en nacht gedragen worden. Belangrijk is dat er voldoende zuurstofdoorstroming naar het oog is, zodat het oog ook 's nachts kan 'ademen'. Indien je in een dergelijk draagschema geïnteresseerd bent, raadpleeg dan je contactlensspecialist voor meer informatie. Hij zal je kunnen vertellen of deze lenzen voor jou geschikt zijn en gedurende hoeveel dagen je de lenzen permanent op het oog mag houden.

Naar het vervangschema

Snelvervanglenzen (na 1 maand, 1-2 weken, dagelijks vervangen).

Conventioneel dragen (lenzen die pas na 3 maanden, 6 maanden of een jaar vervangen worden).

Welke vloeistof gebruik ik het best om mijn zachte lenzen te onderhouden?

De alles-in-één vloeistoffen hebben de voorbije jaren een sterke opgang gekend. Deze producten zijn zeer makkelijk in gebruik en economisch in prijs. Wanneer u echter gevoelig bent voor bewaarmiddelen, dan bent u misschien beter af met een peroxidesysteem. Deze kunnen bogen op een lange periode waarin hun efficiëntie en gebruiksvriendelijkheid bewezen werd. Raadpleeg je contactlensspecialist. Hij zal je een gepast product aanbevelen. Vervang de onderdelen van je contactlensverzorgingssysteem niet door deze van een ander en verander nooit van onderhoudssysteem zonder medeweten van je specialist.

Zijn contactlenzen voor jou de juiste oplossing?

Om te weten of contactlenzen voor jou een goede oplossing zouden zijn, overloop je zorgvuldig de vragen op deze pagina. De antwoorden hierop zullen je een eerste indicatie geven. Raadpleeg in ieder geval een contactlensspecialist voor professioneel advies.

Zal je contactlenzen kunnen dragen? Een groot deel van de bevolking kan probleemloos lenzen dragen. De technologie is de afgelopen jaren sterk geëvolueerd en heeft veel meer mogelijk gemaakt. De nieuwe generatie lenzen is zeer oogvriendelijk.

Toch kunnen lenzen moeilijk te verdragen zijn indien:
  • je ogen door allergie geïrriteerd zijn
  • je in een stoffige, rokerige of droge omgeving werkt
  • je medicijnen neemt die een invloed hebben op je traanfilm
  • je hormonenspiegel verstoord is (bijvoorbeeld bij zwangerschap)
  • bij diabetes, schildklierdisfunctie

Zijn er bepaalde kenmerken die van belang zijn?

Voordat u besluit contactlenzen te gaan dragen, is het van belang te weten dat lenzen bepaalde specifieke kenmerken hebben die anders zijn dan bij een bril. Samengevat kunnen deze als volgt worden omschreven:

  • Lenzen bieden een uitstekend en ongehinderd zicht opzij.
  • Lenzen voorkomen optische afwijkingen die bij sommige bril­lenglazen kunnen voorkomen.
  • Lenzen beslaan niet en glijden niet van uw neus.
  • Lenzen passen uitstekend bij een actieve levensstijl.
  • Met lenzen behoudt u uw natuurlijke uitstraling.
  • Lenzen zijn niet aan mode onderhevig.
  • Lenzen behoeven meer dagelijks onderhoud en zorg dan een bril.
  • Sommige lenzen kennen een gewenningsperiode.

 

 

{accordionfaq faqid="accordion1" faqclass="graybarfaq arrow headerbackground headerborder contentbackground contentborder"}

Installation/Configuration

FAQ: Verrekijkers

Hoe bepalen we de lichtsterkte?

De lichtsterkte is gelijk aan het kwadraat van de uittredepupil. B.v. 4² = 16.

 

Hoe bepalen we de uittredepupil?

Deze wordt bepaald door de objectieflensdiameter te delen door de vergroting. Dus bij een 10 X 40 kijker is dit 40 ÷ 10 = 4 mm. De diameter van de uittredepupil is een belangrijk criterium bij de keuze van de geschikte kijker. Bij daglicht is de 2,5 mm grote uittredepupil van de 8 X 20 kijker ruimschoots voldoende. In de schemering is de oogpupil echter veel groter. Dan zou bijvoorbeeld een 7 X 42 kijker met zijn 6 mm grote uittredepupil zinvoller zijn. Dit geldt ook wanneer de kijker niet rustig voor het oog kan worden gehouden. De oogpupil kan dan makkelijker binnen de 6 mm grote uittredepupil van de kijker worden gehouden en men verliest het object niet zo snel uit het oog.

  

Wat betekenen de getallen 10 X 40?

Het eerste getal, 10, duidt de vergroting aan. Men ziet een object in dit geval 10 maal groter of 10 maal dichterbij dan met het blote oog. Het tweede getal, 40, geeft de diameter aan van de intredepupil, dus van de objectieflens. Dit is de lens die naar het object gekeerd is. In dit geval dus 40 mm.

 

Wat doen de prisma's in verrekijkers?

Hoofdzakelijk zetten ze de beelden rechtop. Zonder de prisma's zou je de beelden ondersteboven zien. Ook verkorten ze het lichtpad, zodat verrekijkers compact kunnen blijven.

Er bestaan twee types prisma's: porro- en dakkantprisma's.

Porroprisma's zijn in de fabriek makkelijker precies uit te lijnen, waardoor verrekijkers met porroprisma's bij éénzelfde objectiefgrootte goedkoper zijn.

Dakkantprisma's zijn wat compacter, zodat ze eenvoudiger mee te nemen zijn op een wandeling. Voor gebruik in de astronomie zijn de dakkantprisma's minder geschikt omdat ze door het ontwerp meer licht verliezen dan porroprisma's.

 

Wat is Eye relief?

'Eye relief' is de afstand tussen uw oog en het oculair wanneer het gehele beeldveld zichtbaar is. Over het algemeen wordt deze afstand kleiner naarmate de vergroting toeneemt. Een lange eye relief maakt het waarnemen comfortabeler, vooral voor mensen met een bril. Om met uw bril op het hele beeldveld te kunnen zien, heeft u een eye relief nodig van minstens 16 mm. Iets korter en het is alsof u door een sleutelgat kijkt.

 

Wat is het schemergetal?

Het schemergetal geeft de zichtsterkte van een kijker aan. Hoe hoger die is, des te beter zijn de details herkenbaar. Het schemergetal wordt als volgt berekend: de vierkantswortel uit (vergroting X intredepupil). Dus de vierkantswortel uit (40 X 10) = 20. Als we voor het waarnemen bij schemering bovendien de kijker 7 X 42 aanbevelen, dan is dat omdat ondanks het schemergetal van "slechts" 17,9 zijn 2 mm grotere uittredepupil het kijken makkelijker maakt.

 

Wat wil de vermelding 110/1000 m zeggen?

Hiermee wordt bedoeld het gezichtsveld, dit is het gebied dat men in de kijker kan overzien, op een afstand van 1000 m. Met deze 10 X 40 kijker kan u dus op 1 km afstand een 110 meter breed waarnemingsveld overzien. Indien in graden aangeduid, b.v. 6,3°/1000 m, vermenigvuldigt u dit getal met 17,5 om het gezichtsveld in meters om te zetten.

 

Wat is het lichtspectrum?

Wit licht is opgebouwd uit een mengsel van vele soorten gekleurd licht. Door middel van een prisma kan het 'witte' licht gebroken worden in de kleuren waaruit het licht bestaat. De kleurenband die dan ontstaat wordt een spectrum genoemd. De hoofdkleuren die daarbij ontstaan zijn: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Dit zijn de kleuren van de regenboog.

De regenboog ontstaat ook door breking van het licht. Dit wordt veroorzaakt doordat de zonnestralen breken in regendruppels. De regendruppels zijn een soort van prisma's. Bij de juiste omstandigheden is het zelfs mogelijk dat er twee of meer regenbogen boven elkaar zichtbaar zijn. Dit komt doordat er meervoudige reflecties in de regendruppels optreden (zie afbeelding). De kleuren van de tweede regenboog die hierbij ontstaat, komen in omgekeerde volgorde te voorschijn. Wanneer we alle kleuren die door een prisma gevormd worden weer in een ander prisma laten vallen, dan ontstaat er weer wit licht. Wanneer we daarentegen één kleur wegnemen, ontstaat er geen wit licht. Isaac Newton heeft met zelfgemaakte lenzen in 1665 veel proeven met licht gedaan. Het viel hem op dat de beelden die door de lenzen gevormd werden wazig waren met een smalle ring gekleurd licht eromheen. Na lang slijpen van zijn lenzen concludeerde hij dat het probleem niet bij de lenzen lag, maar dat het werd veroorzaakt door de breking van het licht. Na nog meer proeven lukte het hem om met een prisma een spectrum te maken.

Maar waarom valt wit licht uiteen als het door een prisma valt? Dit wordt veroorzaakt doordat elke kleur een eigen golflengte heeft. Het passeren van een prisma belemmert de beweging van de golven. Elke golf wordt gebogen. De kleur met de hoogste golflengte (rood) buigt het minst af en de kleur met de laagste golflengte (violet) buigt het meest af.

Maxwell toonde aan dat licht kan worden opgevat als een elektromagnetische golf. Daarom werd het woord spectrum vanaf toen gebruikt om hele terrein van elektromagnetische straling aan te geven. Hierbij behoren radiogolven, microgolven, infrarode straling, zichtbaar licht, ultraviolet licht, röntgenstraling en gammastraling. Het zichtbare licht vormt nu slechts een klein deel van het gehele elektromagnetische spectrum.

 

Wat is een prisma?

Een prisma is een veelvlak van een doorzichtig materiaal. Een prisma wordt veel gebruikt in optische instrumenten om de richting van het licht te veranderen of het licht te breken in de kleuren waaruit licht bestaat. Zo kan er met een prisma een spectrum worden gevormd.

De werking van een prisma berust op verschillende brekingseigenschappen van de verschillende golflengten van de kleuren. Licht treedt het prisma altijd binnen via één van de zijvlakken en verlaat het prisma ook via één van de zijvlakken.

Door de breking die in het prisma optreedt, wordt de richting van het licht veranderd.

Hiernaast is een dwarsdoorsnede van een periscoop afgebeeld. De blauwe vlakken zijn de prisma's.

Prisma's worden ook toegepast om beelden te spiegelen. Deze prisma's heten omkeerprisma's. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt in een periscoop. In de tekening is te zien dat twee glazen prisma's van 45° het licht elk 90° buigen.

Scheidingsprisma's zijn prisma's met een halfverzilverd kitvlak. Deze prisma's worden gebruikt om een stralenbundel te splitsen of om stralenbundels samen te doen vallen. Ook bestaan er dubbelprisma's. Deze bestaan uit glassoorten met verschillend kleurschiftend vermogen (het ontleden van licht in zijn samengestelde kleuren). Er ontstaat wel een breking, maar er treedt geen kleurschifting op. De kleurschifting die door het eerste prisma wordt veroorzaakt, wordt door het tweede prisma weer verenigd.

  

Is een verrekijker waterdicht?

 

 

Welke verrekijker is het beste bij natuurobservatie of vogelspotten?

Er zijn heel wat goede kijkers voor natuurobservatie beschikbaar. Bekijk hieronder in de video een paar suggesties. Meer modellen bekijken? Bekijk hier onze top 10 verrekijkers voor het vogelspotten.

 

Kan je met een bril een verrekijker gebruiken?

Dat kan absoluut. Probeer toch altijd eens zonder bril door een kijker te kijken. In bijna alle gevallen is het resultaat beter zonder bril dan met bril. 

 

 

Wat is het verschil tussen een goedkope en een dure verrekijker?

 

 

FAQ: Oogaandoeningen

Ontstoken slijmvlies (conjunctivitis)

Wat is conjunctivitis?

Conjunctivitis is de medische term voor ontstoken slijmvlies van de ogen. Het is de meest voorkomende oorzaak van een rood oog. Het oogwit wordt bedekt door slijmvlies (conjunctiva) en dit bevat heel dunne bloedvaatjes. Bij irritatie zetten deze vaatjes op, waardoor het oog rood wordt.

Oorzaken

De meest voorkomende oorzaak is een virus of een bacterie. Ook een allergie, het "droge ogen" syndroom of irriterende stoffen in de omgeving kunnen een rood oog veroorzaken.

Verschijnselen

Een bacteriële conjunctivitis geeft een geelgroene afscheiding (pus). De meeste virale infecties van de conjunctiva veroorzaken een slijmvorming en waterige afscheiding. Virussen zijn in het algemeen de oorzaak van het bekende "rode oog", gepaard gaande met een rauwe keel en loopneus, net als bij een verkoudheid of griep; deze verschijnselen duren 1-2 weken.
De allergische conjunctivitis geeft vaak jeuk en waterige afscheiding en wisselend matige tot hevige roodheid. Het "droge ogen" syndroom geeft pijnlijke, rode slijmvliezen soms met lichtschuwheid en door de irritatie juist heftige tranenvloed. Irriterende stoffen geven voornamelijk sterke, waterige, afscheiding en eventueel daarna een rood oog.

Diagnose

Door onderzoek kan de oogarts of de huisarts onderscheid maken tussen de verschillende vormen. Soms kan het ook nodig zijn een "kweek" te maken van de afscheiding uit het oog. Hiervoor wordt heel voorzichtig met een klein wattenstaafje langs het oogslijmvlies gestreken. Op deze manier kan worden vastgesteld welke bacterie of virus bestreden moet worden.

Behandeling

Bij een bacteriële conjunctivitis wordt een antibioticum gegeven. Dit kan in de vorm van druppels, zalf of een gel.
Bij een virale conjunctivitis hebben antibiotica geen effect. Soms is het nodig met ontstekingsremmende medicijnen te druppelen.
Allergische conjunctivitis kan worden behandeld met speciale druppels die tegen een allergie in het oog gericht zijn.
Het "droge ogen" syndroom kan soms worden behandeld met kunsttranen. Er zijn vele soorten druppels, zalven en gels in de handel die de verschijnselen van droge ogen helpen verzachten (zie voor verdere informatie "droge ogen".
Voor rode ogen door irriterende stoffen zijn verschillende behandelingen nodig, afhankelijk van de soort irriterende stof.

Preventie

De bacteriële en virale vormen van conjunctivitis zijn besmettelijk. Het is daarom aan te bevelen de handen goed te wassen na contact met de patiënt en geen handdoeken of zakdoeken over en weer te gebruiken.


BRON: Essilor

Droge ogen

Wat zijn droge ogen?

Sommige mensen produceren niet genoeg traanvocht, of traanvocht van een slechte kwaliteit, om hun ogen goed vochtig te houden. Het gevolg is dat de ogen gaan branden en steken of slijm gaan afscheiden. Soms leidt dit weer tot een teveel aan tranen. Deze zijn echter niet van een goede samenstelling zodat er geen goede traanfilm op het oog ontstaat en het oog kwetsbaar blijft voor uitdroging.

Wat is een traanfilm?

Traanvocht heeft als belangrijkste functie het oog vochtig te houden. Bij elke knipperslag, zo om de 20 tot 30 seconden, wordt het traanvocht in een dun laagje gelijkmatig verdeeld over het oog. Dit dunne laagje noemt men de "traanfilm" en het dient om het oog glad te houden en te beschermen tegen de buitenlucht. Deze traanfilm is samengesteld uit drie bestanddelen: een olieachtige laag, een waterige laag en een slijmachtige laag. Het olieachtige buitenste laagje van de traanfilm wordt geproduceerd door kleine kliertjes in de oogleden, de kliertjes van Meibom. De functie is te voorkomen dat het traanvocht te snel verdampt. Het waterige middelste laagje wordt geproduceerd door de traanklier die ligt in het bindvlies dat over het oogwit heen zit. Deze waterige laag heeft tot taak het oog schoon te wassen van vuil en stof. De slijmachtige binnenste laag van de traanfilm komt uit kleine kliertjes in het bindvlies van het oog en moet ervoor zorgen dat de waterige laag zich gelijkmatig over het oog verdeelt en zich er goed aan vasthecht.

Wat zijn de oorzaken van droge ogen?

Men praat over droge ogen als de traanproductie in hoeveelheid of samenstelling niet voldoende is om de beschermtaak voor het oog te kunnen vervullen. Droge ogen kunnen vele oorzaken hebben. Er is onderzoek door de oogarts nodig om vast te stellen om welke oorzaak het gaat. Bepaalde ziekten gaan gepaard met droge ogen, zoals de ziekte van Sjögren. Soms ook komt het voor als bijwerking van bepaalde geneesmiddelen. Het kan ook zo zijn dat een van de lagen in de traanfilm ontbreekt door afwijkingen in de oogleden of in het bindvlies. Andere oorzaken zijn te weinig of slechte knipperbewegingen, zodat de traanfilm niet gelijkmatig over het oog wordt verdeeld. Door middel van een onderzoek bij de oogarts kan in de meeste gevallen de oorzaak van droge ogen opgespoord worden en de juiste behandeling worden gegeven.

Behandeling

Behandeling is meestal niet eenvoudig, omdat het lang niet altijd lukt de oorzaak van de droge ogen weg te nemen. Als het probleem wordt veroorzaakt door een ontsteking van de oogleden dan wordt deze eerst behandeld. Indien de traanklier of het bindvlies van het oog door een ziekte onherstelbaar beschadigd is, dan is het van belang te proberen de irritatie zoveel mogelijk te verminderen. Dit kan men doen door ofwel kunstmatig traanvocht toe te voegen ofwel door het aanwezige traanvocht zo lang mogelijk vast te houden. Het eerste doet men met behulp van "kunsttranen" of een gel die een aanvulling vormen op de eigen tranen. Het zo lang mogelijk vasthouden van het aanwezige traanvocht kan op verschillende manieren gebeuren. Men kan een speciale beschermende bril dragen om de verdamping tegen te gaan, maar ook kan het traanafvoerkanaaltje tijdelijk of permanent worden dichtgemaakt.

Wat kunt u zelf doen?

Als u heeft gemerkt dat u onder bepaalde omstandigheden méér klachten heeft, probeer dan deze omstandigheden te veranderen. U kunt voorkomen dat het traanvocht te snel verdampt door de luchtvochtigheid in huis te verbeteren. Dit kunt u doen met behulp van waterbakken aan de verwarming of door de aanschaf van een luchtbevochtiger. Buiten kan een speciale (fiets)bril die aan de zijkanten is afgesloten er voor zorgen dat de ogen door de wind niet te veel uitdrogen. Vermijd zaken die extra droogte of irritatie geven, zoals een haarföhn, een ventilator of rook. Ook het dragen van contactlenzen kan bij droge ogen grote problemen geven. Regelmatig oogdruppels gebruiken en de ogen laten controleren door de oogarts kan complicaties voorkomen. Sommige mensen slapen met hun ogen half open en het is van belang dit te melden aan de oogarts die u onderzoekt voor uw klacht.


BRON: Essilor

Glaucoom

Inleiding

Glaucoom is een veel voorkomende ziekte van het oog die in de meeste gevallen, maar niet altijd gepaard gaat met een te hoge druk binnen in het oog. In het beginstadium veroorzaakt glaucoom geen klachten. Vroege herkenning is belangrijk omdat glaucoom tot onherstelbare schade aan de oogzenuw en tot blindheid kan leiden.

Oogdruk

De bolle vorm van het oog wordt mede in stand gehouden doordat binnen in het oog vocht wordt geproduceerd, dat kamerwater wordt genoemd. Dit oogvocht heeft niets te maken met het uitwendige traanvocht. De hoogte van de oogdruk is afhankelijk van het evenwicht tussen aanmaak en afvoer van het kamerwater. Te hoge oogdruk kan ontstaan wanneer de afvoer van kamerwater wordt belemmerd.

Oorzaak

De oorzaak van glaucoom is nog onbekend. Wel weten we dat een verhoogde oogdruk een zeer belangrijke risicofactor is. Door verhoogde oogdruk kan beschadiging van de oogzenuw optreden met als gevolg uitval van een deel van het gezichtsveld, zonder dat dit wordt opgemerkt. Ook is bekend dat afwijkingen van de bloedvaten bij of in het oog een rol kunnen spelen. Bij (onbehandeld glaucoom) neemt de kwaliteit van het gezichtsveld steeds verder af.

Soorten glaucoom

De meest voorkomende vorm van glaucoom is het open kamerhoekglaucoom. Een bijzondere vorm is het normale oogdrukglaucoom, waarbij ernstige schade aan de oogzenuw kan optreden zonder dat de oogdruk duidelijk verhoogd is. Veelal speelt een slechte bloedtoevoer naar de oogzenuw hierbij een rol. Bij het afgesloten kamer-hoekglaucoom is de bouw van het oog zodanig dat in korte tijd afsluiting van de kamerhoek kan ontstaan met als gevolg een acuut glaucoom. Dit gaat gepaard met wazig zien, een rood oog, hoofdpijn, misselijkheid en braken en vereist snelle behandeling. De chronische vorm komt meer voor en is in een vroeg stadium goed te behandelen. Mensen die verziend zijn, met een sterke plusbril, hebben een grotere kans op afgesloten kamerhoekglaucoom. Aangeboren glaucoom is zeldzaam, maar glaucoom kan op elke leeftijd optreden. Glaucoom kan ook ontstaan als gevolg van andere oogziekten. We spreken dan van secundair glaucoom.

Risicogroepen

In principe kan iedereen glaucoom krijgen. De belangrijkste factoren die de kans op glaucoom vergroten zijn:

  • een verhoogde oogdruk
  • de aanwezigheid van glaucoom in de familie
  • de leeftijd; met het stijgen van de leeftijd neemt de kans op glaucoom toe
  • hoge bijziendheid (een sterke min-bril)
  • het gebruik van bepaalde geneesmiddelen of oogdruppels
  • een doorgemaakt oogongeval
  • het behoren tot het negroïde ras
Onderzoek

Deskundige controle van de ogen kan glaucoom al in een vroeg stadium aan het licht brengen. Uitsluitend oogdrukcontrole is hiervoor niet toereikend. Met name is dit van belang na het veertigste levensjaar, vooral wanneer er in de familie vaker glaucoom voorkomt. Het onderzoek naar glaucoom omvat onder andere meting van de oogdruk, het bekijken van het inwendige van het oog en zo nodig bepaling van het gezichtsveld.

Behandeling

Wanneer de diagnose glaucoom is gesteld, probeert de oogarts eerst de oogdruk te verlagen. Meestal met oogdruppels, maar soms ook met tabletten. Ook kan besloten worden een laserbehandeling uit te voeren. Met een laserstraal wordt de afvoer van het inwendige oogvocht verbeterd, waardoor de oogdruk vermindert. Deze ingreep gebeurt meestal poliklinisch. Daarnaast bestaat ook nog de mogelijkheid de afvoer van het inwendige oogvocht door middel van een operatie zo te verbeteren dat de oogdruk voldoende daalt om beschadiging van de oogzenuw te voorkomen of te stabiliseren. Reeds bestaande schade aan de oogzenuw en aan het gezichtsvermogen kan echter niet meer ongedaan worden gemaakt.


BRON: Essilor

Macula Degeneratie

Inleiding

Wat is macula degeneratie? Dit is een oogaandoening waardoor de gezichtsscherpte afneemt. We zullen verder de afkorting MD gebruiken. MD is eigenlijk een verzameling oogaandoeningen die elk een verschillende ontstaanswijze hebben; zij hebben alle de overeenkomst dat zij schade aanrichten op dezelfde plek in het oog: de zogenaamde gele vlek, ofwel de macula lutea, kortweg macula.

Wat is de macula?

Zoals in een fototoestel achter de lens de lichtgevoelige laag het filmpje zit, is dit ook het geval in het oog. Daar is het netvlies achterin het oog, de lichtgevoelige laag. Het centrale deel daarvan, nauwelijks enkele millimeters groot, is de macula. Alleen via de macula is het centrale scherpe zien mogelijk. Door MD wordt de macula en dus het scherp zien aangetast.

De belangrijkste typen MD zijn:
  • Juveniele MD.
    Deze treedt reeds op jonge leeftijd op en is erfelijk. Er zijn verschillende vormen. Vergeleken met het hierna volgende type komt de juveniele MD betrekkelijk weinig voor.
  • Seniele of leeftijdsgebonden MD.
    "Seniel" heeft hier betrekking op de leeftijd: het begint rondweg na het vijftigste levensjaar. Erfelijkheid speelt voor zover bekend geen rol van betekenis. Er zijn bij dit type twee belangrijke vormen te onderscheiden: droge MD en vochtige MD. Bij droge MD gaat vooral de fijne structuur van de macula verloren. Bij de vochtige MD treden daarnaast ook lekkage uit bloedvaatjes, nieuwvormingen van vaten en/of bloedingen in het netvlies op.
Beloop

Hoe erg wordt het? Om hierover duidelijkheid te kunnen geven is het noodzakelijk onderscheid te leren maken tussen het centrale en het perifere zien. Het centrale zien functioneert overal waar men de blik op richt om iets scherp te zien; als u iemand aankijkt, als u leest of iets anders doet waarbij het gaat om fijne details. Het perifere zien ligt daarbuiten, eromheen: opzij, boven, onder. Bij MD heeft het centrale zien, dus het scherpe zien, te lijden.U kunt iemands gezicht niet meer goed zien; lezen gaat niet goed meer; TV-kijken wordt moeilijk. In verreweg de meeste gevallen blijft het perifere zien gespaard; men wordt dus niet totaal blind! Hoe erg het wordt hangt ten dele af van het type MD. Bij de groep van de juveniele MD, waarin de zogenaamde ziekte van Stargardt de meest bekende is, kan het bij de verschillende vormen nogal uiteenlopen hoe ernstig de stoornis wordt en hoe snel het gaat. Vrijwel altijd zijn beide ogen aangedaan. Bij de droge MD, de meest voorkomende vorm van seniele MD, kan het jaren duren voordat het zicht duidelijk merkbaar achteruit gaat. Het perifere zien blijft intact. Gewoonlijk zijn beide ogen min of meer aangedaan. Bij de vochtige MD, ook wel genoemd de MD van Junius Kuhnt of de schijfvormige MD, verloopt het proces vaak veel sneller dan bij de droge MD; soms zelfs heel snel. Opvallend is dat het andere oog nog een tijd redelijk goed kan blijven, maar ook hier moet men erop rekenen, dat vroeg of laat beide ogen zullen worden getroffen. In sommige gevallen van vochtige MD kan ook het perifere zien enigermate worden aangetast. In het algemeen bereikt de ziekte een eindstadium. Maar vaak betekent MD al lang voordat het zover is een ernstige visuele handicap met verstrekkende gevolgen voor belangrijke zaken zoals beroep en hobby's. De mate waarin dit het geval zal zijn is echter moeilijk te voorspellen.

Onderzoek

De diagnose MD zal veelal op grond van oogspiegelonderzoek door de oogarts worden gesteld. Vaak zal de oogarts nog aanvullend onderzoek verrichten met behulp van fluoresceineangiografie. Daarbij wordt na het inspuiten van contrasterende vloeistof in de arm, een serie foto's gemaakt van het netvlies van één of beide ogen. Op deze wijze is de aard en de mate van de MD heel goed te bepalen. Op grond van de bevindingen kan worden besloten of behandeling met laser mogelijk en/of zinvol is.

Behandeling

Een echte behandeling die de oorzaak van het ziekteproces bestrijdt is er helaas niet. In enkele gevallen van vochtige MD is behandeling met laser mogelijk. Maar ook dan is een blijvend gunstig effect niet te garanderen. Van meer belang zijn de mogelijkheden van "low vision"; dit is de verstrekking van optische hulpmiddelen. Deze kunnen variëren, afhankelijk van de behoefte van de patiënt, van een eenvoudige leesliniaal tot een gecompliceerde prismaloupebril met leesopzetstuk. Ook aan de verlichting van omgeving en werkvlak wordt aandacht besteed. De bedoeling van low vision is het verkrijgen van een optimale gezichtsscherpte ondanks de schade die door MD aan het gezichtsvermogen is toegebracht. Het low vision onderzoek geschiedt veelal door speciaal daarvoor opgeleide optometristen of opticiens. Ook kan het plaatsvinden via instellingen voor ambulante hulp aan mensen met een visuele handicap. Individuele aanpassing en training is bij low vision van groot belang en men zal veel tijd en energie moeten besteden aan het leren omgaan met de verschillende technische hulpmiddelen.

Puntgewijs
  1. Er zijn geen middelen bekend, geen medicamenten, geen dieet of andere leefregels, waardoor MD kan worden voorkomen, of eenmaal opgetreden, gunstig kan worden beïnvloed.
  2. Hoewel de werkelijke oorzaak van MD niet bekend is, wordt het vaak slijtage genoemd. Dit houdt geen verwijt in dat men de ogen verkeerd zou hebben gebruikt.
  3. Intensief gebruik van loupes of andere hulpmiddelen verergert het ziekteproces niet.
  4. Er zijn verschillende andere aandoeningen van het inwendige oog, die naar hun natuur op allerlei plaatsen kunnen optreden; dus ook wel eens in het gebied van de macula. Deze aandoeningen hebben echter niets met MD te maken, hoewel er overeenkomstige klachten kunnen optreden. Deze aandoeningen blijven hier, bij de bespreking van MD, buiten beschouwing.


BRON: Essilor

Refractie-afwijking

Inleiding

Om scherp te zien is het nodig dat lichtstralen uit de buitenwereld precies op het netvlies van het oog samenvallen. Bij het normale oog zorgen het hoornvlies en de lens in het oog ervoor dat bij zien in de verte op het netvlies een helder beeld ontstaat. Scherp stellen voor dichtbij gebeurt door het instellen van de ooglens. Wanneer de sterkte van hoornvlies en ooglens niet goed in verhouding staan tot de lengte van de oogbol, dan vallen de lichtstralen uit de buitenwereld bij het in de verte kijken niet precies samen op het netvlies. Er is dan geen sprake van een oogziekte of zwakte maar van een refractie- of brekingsafwijking.

Niet scherp zien ten gevolge van een refractie-afwijking.
Wat zijn refractie-afwijkingen?

Om scherp te zien is het nodig dat lichtstralen uit de buitenwereld precies op het netvlies van het oog samenvallen. Bij het normale oog zorgen het hoornvlies en de lens in het oog ervoor dat bij zien in de verte op het netvlies een helder beeld ontstaat. Scherp stellen voor dichtbij gebeurt door het instellen van de ooglens. U kunt dit vergelijken met een fotocamera: door de fotolens te verstellen zorgt u ervoor dat binnenvallende stralen zo door de lens worden gebroken, dat ze precies op de film samenkomen. Uw foto wordt dan scherp. Wanneer de sterkte van hoornvlies en ooglens niet goed in verhouding staan tot de lengte van de oogbol dan vallen de lichtstralen uit de buitenwereld bij het in de verte kijken niet precies samen op het netvlies. Er is dan geen sprake van een oogziekte of zwakte maar van een refractie- of brekingsafwijking.

Bijziendheid

Wanneer het hoornvlies te bol is of het oog te lang dan worden de binnenvallende stralen te veel gebroken. Ze vallen dan samen op een punt dat voor het netvlies ligt. Op het netvlies zelf ontstaat geen scherp beeld; men spreekt dan van bijziendheid.

Verziendheid

Is het hoornvlies te vlak of het oog te kort dan vindt afbeelding van een voorwerp plaats achter het netvlies. Ook dan is het beeld niet scherp. Dit heet verziendheid.

Astigmatisme

Eveneens is het mogelijk dat het hoornvlies niet precies bolvormig is, waardoor de breking in de ene richting anders is dan in de andere richting: ook dit levert een onscherp beeld op. Deze afwijking heet astigmatisme.

Ouderdomsverziendheid

Bij het ouder worden vermindert het vermogen van de ooglens om scherp te stellen voor dichtbij. Ongeveer vanaf het veertigste levensjaar begint dit verschijnsel op te treden. De meeste mensen die tot dan toe geen bril nodig hadden, zullen nu behoefte krijgen aan een leesbril.

Bril, contactlens of operatie?
Bril

Wil men bij een brekings- of refractie-afwijking het beeld toch scherp op het netvlies krijgen dan heeft men een correctie nodig. De eenvoudigste manier is een bril. Om bijziendheid te verhelpen voorziet men de bril van negatieve glazen; bij (ouderdoms)-verziendheid krijgt men positieve glazen. De bril om astigmatisme te verhelpen heeft cylindrische glazen. Brillen tegelijk voor dichtbij en veraf zijn verkrijgbaar met een zichtbaar leesdeel (bifocale glazen) maar ook met een onzichtbaar leesdeel (multifocale glazen).

Contactlenzen

Een tweede mogelijkheid om beter te zien zijn contactlenzen. In principe zijn er twee soorten contactlenzen; harde zuurstofdoorlaatbare lenzen: dit zijn kleine lenzen met een doorsnede van maximaal 10 mm en een levensduur van gemiddeld twee jaar; zachte lenzen: deze lenzen zijn wat groter (14 mm).

Ze zijn zacht omdat ze water opnemen. Dit verbetert het draagcomfort; nadeel is dat er een verhoogd risico op infectie bestaat, zeker wanneer deze lenzen dag en nacht achtereen gedragen worden. De hygiene voor onderhoud en vervanging is dus erg belangrijk. Er zijn dag-, week-, maand- en half jaar vervangsystemen. De mogelijkheid bestaat om cylinder-afwijkingen in lenzen aan te brengen. Ook is het mogelijk een leesgedeelte aan te brengen in een contactlens.

Operatie

Als derde mogelijkheid is er een operatie. Met de komst van de speciale laser (excimer-laser) behoren de krasjes op het hoornvlies tot het verleden. Met de laser kan de sterkte verminderd worden, hetzij direct vanaf de oppervlakte van het hoornvlies (PRK = photo refractieve keratectomie), hetzij in de diepte na het maken van een flapje (Lasik = laser in situ keratomileusis). Tevens is het mogelijk om een lens aan te brengen in het oog voor de eigen lens. Ook is het mogelijk astigmatisme te verhelpen met behulp van de laser of d.m.v. kleine sneetjes in het hoornvlies.

Tot slot

Dit was in vogelvlucht enige informatie over refractie-afwijkingen en de mogelijke correctiemiddelen. Mocht u vragen hebben dan zijn wij graag bereid deze te beantwoorden.


BRON: Essilor

Retinitis pigmentosa

Inleiding

Retinitis pigmentosa (ook wel T.R.D., tapetoretinale dystrofie, genoemd) is eigenlijk niet één ziekte maar een verzamelnaam voor een groep ziekten die gekenmerkt worden door slecht zien in het donker (nachtblindheid) en zeer geleidelijke beperking van het gezichtsveld, die uiteindelijk leidt tot kokerzien. De ernst en het beloop kunnen heel erg wisselen: soms zijn de symptomen al op kinderleeftijd duidelijk; soms wordt de ziekte pas op middelbare leeftijd vastgesteld. Wij gaan ervan uit dat de aanleg om de ziekte te krijgen, wel in alle gevallen erfelijk bepaald is. Het gaat hierbij om verschillende vormen van erfelijkheid, waarbij de kans om de aandoening over te dragen op eventuele kinderen varieert van zeer gering (minder dan 1%) tot vrij aanzienlijk (maximaal 50%). Indien u een erfelijkheidsonderzoek wilt, kunt u dat overleggen met uw oogarts of met uw huisarts.

Hoe vaak komt het voor?

Geschat wordt, dat ongeveer 1:4000 mensen retinitis pigmentosa (RP) hebben. Dat betekent, dat er tegen de 4000 mensen met deze aandoening in Nederland moeten zijn. Voor oogartsen is de ziekte goed bekend, maar voor huisartsen is dat helaas niet zo, omdat de kans dat zij ermee te maken krijgen veel kleiner is. Omdat de aanleg voor de ziekte erfelijk is, zullen soms meerdere familieleden RP hebben, zodat de ziekte en het beloop al uit ervaring bekend zijn. Toch kunnen er grote verschillen zijn in het beloop van de ziekte, zelfs binnen één familie! Bovendien is het zo, dat bij ongeveer de helft van de RP-patiënten geen andere familieleden met de aandoening bekend zijn.

Diagnose

Wanneer RP in de familie voorkomt, zal men dikwijls de symptomen herkennen en zal de oogarts vaak gemakkelijk de diagnose kunnen bevestigen, meestal door naar het netvlies te kijken met de oogspiegel en gezichtsveldonderzoek te laten doen. Bij het gezichtsveldonderzoek wordt gekeken of er delen van het gezichtsveld (boven, beneden of opzij) niet goed functioneren. Wanneer de aandoening niet in de familie voorkomt, wordt de diagnose vaak in een veel later stadium gesteld: door het zeer langzame beloop past de patiënt zich bijna ongemerkt aan. Hij of zij went zichzelf om goed naar de grond te kijken tijdens het lopen en voortdurend de omgeving te "scannen". Pas achteraf realiseert men zich dat de symptomen er soms al meer dan tien jaar of langer waren ..... In deze gevallen zal de oogarts behalve een gezichtsveldonderzoek soms ook een ERG (ElectroRetinoRram) doen om zeker te zijn van de diagnose. Bij dit onderzoek wordt de elektrische activiteit geregistreerd die het netvlies na een lichtflits uitzendt. Bij dit onderzoek worden meestal contactlenzen met draadjes eraan op de ogen geplaatst (na verdovende druppels en met een soort gel) en moet men een tijd in het donker zitten. Het onderzoek neemt daarom ruim een half uur tot drie kwartier in beslag en is, zeker voor kinderen, toch wel belastend te noemen. In sommige gevallen wordt ook een donkeradaptatie gedaan: hierbij meet men de gevoeligheid van staafjes en kegeltjes, die langzaam toeneemt na het uitdoen van het licht. Men moet recht vooruit in een bol kijken, terwijl in het donker een zwak lichtje zo sterk wordt gemaakt, dat het net gezien wordt. Dit onderzoek vereist wel concentratie en medewerking, maar is niet belastend. Het geeft echter slechts informatie over een klein stukje van het netvlies, namelijk daar waar een lichtje aangeboden wordt. Het wordt daarom niet standaard uitgevoerd.

Prognose

Omdat het om zoveel verschillende vormen gaat, is er geen vaste uitspraak te doen over de prognose. Wel gaat het in principe om een langzame achteruitgang. Soms lijken er echter periodes van "stilstand" op te treden, helaas soms ook van snellere achteruitgang. Vaak is de gezichtsscherpte tot op redelijk hoge leeftijd goed, zodat lezen geen probleem geeft, maar men door het zeer kleine gezichtsveld toch erg gehandicapt is, bijvoorbeeld bij het lopen door een winkelstraat of bij het oversteken. Dit gelijktijdig aanwezig zijn van het goede zien van kleine details en het niet zien van grote obstakels wordt door de omgeving soms moeilijk begrepen. Het is belangrijk dit aan familie, vrienden en collega's uit te leggen. Het blijkt vaak moeilijk met de onzekerheid over de toekomst te leven. Na het horen van de diagnose is het normaal, dat men een periode nodig heeft om het veranderde toekomstbeeld te verwerken. Sommige mensen worden angstig, andere boos of depressief. Het gaat in feite om een soort rouwproces. Het is belangrijk over uw gevoelens te kunnen praten.

Behandeling

Helaas is er tot dusver geen effectieve behandeling voor RP. Men is en blijft echter druk bezig met het zoeken hiernaar: medicijnen (momenteel is men bezig met, netvliestransplantatie (dierproeven, enkele proeven op bijna blinde mensen gedaan: nog niet veel resultaat), het in-bouwen van chips in het netvlies (dierproeven) en ook is men bezig met gentherapie (dierproeven)). Hopelijk geven deze inspanningen in de nabije toekomst mogelijkheden voor een effectieve therapie! Uit Amerikaans onderzoek is gebleken, dat patiënten die hoge doses vitamine A slikten, minder achteruitgang van hun ERG lieten zien dan RP-patiënten die dit niet deden. Er was echter geen verschil merkbaar in de gezichtsscherpte en het gezichtsveld. Men is het er daarom niet over eens, of het nu verstandig is vitamine A te slikken of niet, vooral omdat een teveel aan vitamine A het lichaam niet langs natuurlijke weg verlaat, maar wordt opgeslagen in vetweefsel. Hoge doses vitamine A kunnen schadelijk zijn en bijvoorbeeld afwijkingen veroorzaken aan de ongeboren vrucht, zodat het kinderen en vrouwen in de vruchtbare leeftijd in ieder geval wordt ontraden. Via de RP patiëntenvereniging kunt u op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van de therapie, o.a. via het verenigingsblad "Uitzicht".

Heeft het zin voor controle naar de oogarts te blijven gaan?

Hoewel de oogarts de kwaal niet kan wegnemen, kan hij of zij u soms toch helpen. Het controleren van de brilsterkte is natuurlijk zinvol om uw gezichtsvermogen zo goed mogelijk te benutten. Zo nodig kan de oogarts u verwijzen voor extra hulpmiddelen (loupes etc.). Verder komt bij RP vaak staar voor. Deze staar kan geopereerd worden, waardoor het zicht aanzienlijk kan verbeteren. RP-patiënten hebben geen hoger operatierisico dan gewone staarpatiënten, maar de afweging of je wel of niet moet opereren, kan moeilijk zijn: in hoeverre is de staar en in hoeverre is de RP verantwoordelijk voor achteruitgang van het gezichtsvermogen? Het resultaat van de operatie is daardoor vaak moeilijk te voorspellen. Soms daalt de gezichtsscherpte door ophoping van vocht in de gele vlek (macula-oedeem). Hiervoor kan de oogarts een soort plaspil, Diamox, geven. Dit middel heeft nogal wat bijwerkingen en helpt lang niet altijd, maar kan soms toch de gezichtsscherpte aanzienlijk verbeteren. Tenslotte komt bij een zeer klein percentage van RP-patiënten een verhoogde oogdruk voor. Aangezien dit ook meestal relatief makkelijk (met oogdruppels) kan worden behandeld, is controle van de oogdruk van belang om (onnodige) schade te voorkomen.

Tot slot

RP is een ernstige oogziekte, die op dit moment niet genezen kan worden. In het algemeen gaat het om een zeer langzame verslechtering, waaraan men zich vaak goed aanpast.


BRON: Essilor

Scheelzien

Inleiding

Scheelzien (strabismus) is een afwijking van de stand van de ogen, waarbij de ogen niet op hetzelfde punt gericht zijn. Het ontstaat meestal op kinderleeftijd, maar kan ook bij volwassenen optreden. Deze folder gaat uitsluitend over het gewone scheelzien, waarbij de oogspieren normaal functioneren. Scheelzien komt voor bij 3 - 5% van de bevolking en is niet alleen een cosmetisch probleem. Schele kinderen worden vaak geplaagd en ouderen kunnen hun afwijkende oogstand als lelijk ervaren. De voornaamste reden om scheelzien al op jonge leeftijd op te sporen en te behandelen is om te voorkomen dat een lui oog niet tijdig wordt behandeld. Een lui oog ziet details slecht en is alleen bij jonge kinderen met succes te behandelen.

Oorzaken en gevolgen

Om inzicht in de oorzaken en gevolgen van het scheelzien te krijgen is het belangrijk te weten dat mensen zien met beide ogen. De beelden uit beide ogen worden in de hersenen verenigd tot één beeld. Dit vermogen tot tweeogig zien ontwikkelt zich in de eerste zes tot zeven levensjaren van het kind, waarbij de belangrijkste ontwikkelingen al plaatsvinden in de vroegste levensperiode. Als de normale ontwikkeling van het tweeogig zien wordt verstoord kan scheelzien optreden. Factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van scheelzien zij o.a. erfelijke aanleg of medische problemen in de periode rond de geboorte. Ook de eventuele brilsterkte van de ogen kan het ontstaan van scheelzien in de hand werken. Verschil in sterkte tussen de beide ogen kan leiden tot verstoring van het tweeogig zien en tot scheelzien.

Het luie oog

Wanneer scheelzien al op jonge leeftijd ontstaat is er zelden sprake van dubbelzien. Het dubbelbeeld wordt in de hersenen onderdrukt. Als het beeld van hetzelfde oog enige tijd achter elkaar wordt onderdrukt, dan ontwikkelt het scherpzien van dit oog zich niet goed en gaat het gezichtsvermogen achteruit. Men spreekt dan van een lui oog. Wanneer de ogen beurtelings scheel kijken is de kans op een lui oog klein. Een lui oog kan al op zeer jonge leeftijd ontstaan en het gaat niet vanzelf over! Wel kan het worden verholpen als er tijdig met de behandeling wordt begonnen, in elk geval voor het zesde jaar, maar bij voorkeur eerder.

Verschijnselen en diagnose

Een flinke scheelzienafwijking is duidelijk zichtbaar. Maar er zijn ook kleine scheelzienafwijkingen, die niet of nauwelijks opvallen en daardoor minder ernstig lijken. De gevolgen zijn echter gelijk, maar een kleine afwijking kan alleen door gericht onderzoek worden ontdekt. Het is mogelijk dat de afwijking al langere tijd bestaat en dat er sprake is van een zeer slechtziend lui oog. Wanneer het scheelzien pas op oudere leeftijd optreedt is de kans op een lui oog klein. In dat geval kan het beeld van het afwijkende oog minder gemakkelijk worden onderdrukt. Er zal dan dubbelzien optreden. Het kind knijpt dan vaak één oog dicht, houdt de hand voor het oog of klaagt over dubbelzien. Ook kan het kind last krijgen van onzekere bewegingen: b.v. misstappen of gebrekkig afstand kunnen schatten bij balspelen.

Onderzoek

Op veel consultatiebureaus voor zuigelingen en kleuters worden tegenwoordig de oogjes volgens een vast onderzoeksprogramma nagekeken. Wanneer de bureauarts twijfelt aan de stand van de ogen of aan de kwaliteit van het zien stuurt hij het kind door naar de oogarts. De oogarts en samenwerkende orthoptist doen al bij jonge kinderen uitgebreid onderzoek naar de stand en de samenwerking van de ogen. Ook worden de oogbewegingen onderzocht en wordt de gezichtsscherpte oog voor oog bepaald. De oogarts zal de ogen indruppelen om de pupillen te verwijden. Zo kan de oogarts de ogen van binnen bekijken en zien of de ogen gezond zijn. Daarbij wordt ook vastgesteld of er een brilcorrectie nodig is. De druppels zijn binnen enkele uren uitgewerkt.

Behandeling

De behandeling van scheelzien en/of van een lui oog kan langdurig zijn. In de meeste gevallen komt het kind na onderzoek door de oogarts onder behandeling van de orthoptist die de oogarts ook adviseert bij de beslissing tot een oogspieroperatie. In het algemeen wordt ernaar gestreefd eerst het luie oog te behandelen voordat de eventuele oogspiercorrectie wordt uitgevoerd. Behandeling van het luie oog omvat de volgende methoden:

  1. Afplakken of afdekken van het goede oog, om het zien van het luie oog te verbeteren.
  2. Zo nodig voorschrijven van een bril om het beeld dat het luie oog ontvangt maximaal scherp te krijgen.
  3. Voorschrijven van een bril bij een hoge verziendheid (positieve brilsterkte) omdat het kind daardoor een verbetering van de oogstand kan krijgen.
  4. In enkele gevallen is het nodig oogdruppels voor te schrijven.

Bij al deze behandelingen zijn regelmatige controles nodig om de resultaten te kunnen vaststellen. Bij deze controles kan de oogarts het resultaat van de behandeling met de ouders bespreken.

De oogspieroperatie

Bij een deel van de schele kinderen zal vroeg of laat worden besloten tot "rechtzetten". Er wordt dan een oogspieroperatie verricht, waarbij de oogspieren die aan de buitenkant van de oogbol vastzitten, verzwakt - of versterkt worden door ze te verplaatsen of in te korten. Dit kan aan één of aan beide ogen gebeuren. Aan jonge kinderen wordt altijd algehele narcose gegeven. Van het ziekenhuis hangt af of het kind voor de operatie moet worden opgenomen of dat de ingreep in dagbehandeling plaatsvindt. Na de operatie zullen de ogen rood en wat gezwollen en pijnlijk zijn. Er kunnen oogdruppels worden voorgeschreven. De eerste dagen na de operatie kan het kind beter niet in de zandbak spelen. Ook wordt zwemmen vlak na de operatie in het algemeen ontraden wegens infectiegevaar. In de meeste gevallen heeft de operatie voldoende cosmetisch resultaat. Soms is een tweede operatie noodzakelijk, bijvoorbeeld bij een duidelijke onder- of overcorrectie. Bij oogspieroperaties op oudere leeftijd is het erg belangrijk vooraf goed te onderzoeken in hoeverre er kans bestaat op dubbelzien na een operatie. Soms zijn de hersenen zo goed aangepast aan de bestaande schele oogstand dat het onmogelijk is een cosmetisch storend scheelzien te corrigeren zonder dubbelzien te veroorzaken. In dat geval moet van een operatie worden afgezien.


BRON: Essilor

Staar of cataract

Inleiding

Voor in het oog, vlak achter de pupil, zit de heldere en doorzichtige ooglens. Naarmate we ouder worden, wordt deze lens minder helder. Daardoor lijken de dingen die we zien waziger en grauwer van kleur. Dit troebel worden van de ooglens wordt 'staar' of 'cataract' genoemd. Iedereen die ouder wordt krijgt daarmee te maken. Maar niet iedereen heeft er echt last van. Er zijn verschillende vormen van staar: jeugdstaar, staar die ontstaan is door een ziekte of door een beschadiging van het oog bij een ongeval. De meest voorkomende vorm van staar is ouderdomsstaar of 'seniel cataract'. Over deze ouderdomsstaar gaat deze informatie.

Ouderdomsstaar

Ouderdomsstaar is een 'normaal' verouderingsproces, net als het krijgen van rimpels. Sommige mensen merken al rond hun veertigste dat hun ooglens troebel wordt. Meestal doen de eerste verschijnselen van ouderdomsstaar zich echter pas later voor. Of u het merkt, hangt ervan af op welke plek in de ooglens de troebeling zich ontwikkelt en hoe groot die troebeling is. Zit de troebele plek in het midden van de lens of daar vlakbij, dan krijgt u al gauw klachten.U gaat bijvoorbeeld wazig zien, dubbelzien, u ziet kleuren doffer of u krijgt last van licht of schitteringen. Als u in korte tijd opeens veel sterkere brillenglazen nodig heeft, kan dat ook wijzen op ouderdomsstaar. Sterkere brillenglazen kunnen het zicht op den duur niet meer verbeteren. Doorgaans neemt de staar in de loop van de tijd toe. Het gezichtsvermogen wordt daarmee steeds slechter. Een bezoek aan de oogarts is dan noodzakelijk.

Onderzoek

Om erachter te komen of er inderdaad sprake is van ouderdomsstaar, bekijkt de oogarts uw ogen met de spleetlamp. Deze lamp geeft een smalle bundel licht, waarmee de oogarts het voorste deel van het oog kan bekijken. Daar bevindt zich de ooglens. De oogarts kan met het licht zien of er troebelingen zijn in de ooglens en zo ja, hoe ver die staar zich al heeft ontwikkeld. Daarnaast onderzoekt de oogarts hoeveel u nog kunt zien en of uw ogen verder gezond zijn.

Wanneer behandelen?

Wie nog goed genoeg ziet om zonder problemen het dagelijkse werk en hobby's te kunnen doen, hoeft zich (nog) niet te laten behandelen. Een operatie is dan niet direct noodzakelijk. Het is echter wel realistisch om rekening te houden met een staaroperatie in de toekomst. Staar wordt immers nooit minder; het gezichtsvermogen gaat langzaam maar zeker toch achteruit. Is (beginnende) staar eenmaal ontdekt, dan blijft u onder controle. De oogarts volgt op die manier de ontwikkeling van de staar. Zodra de staar te hinderlijk wordt, kan uw gezichtsvermogen weer worden hersteld met een staaroperatie. Wanneer dit moet gebeuren, kunt u in principe zelf bepalen maar wel in overleg met uw oogarts.

Behandeling

Ouderdomsstaar is goed te behandelen. Een staaroperatie kan het gezichtsvermogen vrijwel volledig herstellen.

Bij deze operatie haalt de oogchirurg de troebele lens uit het oog en vervangt deze door een kunstlensje. De oogchirurg opereert altijd maar een oog per operatie. Zo kunt u kort na de operatie alles weer doen, omdat u nog voldoende zicht heeft door uw niet geopereerde oog. Staaroperaties worden heel regelmatig uitgevoerd. Voor iemand met een redelijke gezondheidstoestand heeft deze operatie heel weinig risico's. Ook op zeer hoge leeftijd is de operatie nog goed te ondergaan. Overigens is opereren de enige manier om echt iets te doen aan ouderdomsstaar. Er bestaan geen medicijnen tegen staar.

Opname of niet?

Voor de operatie kunt u zich een paar dagen in het ziekenhuis laten opnemen. De staaroperatie kan onder bepaalde voorwaarden ook poliklinisch worden uitgevoerd; u kunt dan op dezelfde dag weer naar huis. De keuze voor opname of poliklinische behandeling hangt samen met onder andere de keuze van anesthesie. Een staaroperatie kan plaatsvinden onder algehele narcose of onder plaatselijke verdoving.U kunt overleggen met de oogarts, welke vorm van anesthesie voor u het meest geschikt is. Uw algemene gezondheidstoestand is hierbij van belang. Voor een staaroperatie onder plaatselijke verdoving moet u in ieder geval in staat zijn om minstens een half uur achter elkaar heel stil te liggen. De vorm van anesthesie heeft geen invloed op het resultaat van de operatie.

Na de operatie

Na de operatie moet uw oog intensief gedruppeld worden.U moet zich daarbij houden aan de voorschriften van de oogarts. Die zal u ook informeren over andere leefregels. Zo zult u 's nachts moeten slapen met een kapje over het geopereerde oog en de eerste drie maanden mag u niet in uw oog wrijven of erop drukken.


BRON: Essilor

Suikerziekte en het oog

Inleiding

Ten gevolge van suikerziekte (diabetes mellitus) kunnen er beschadigingen optreden binnen in het oog. Zonder dat al direct het zien wordt aangetast kunnen er toch afwijkingen aanwezig zijn in het netvlies. Men noemt dit diabetische retinopathie. Wanneer deze schadelijke afwijkingen niet tijdig worden onderkend en behandeld, kan blindheid het gevolg zijn.

Diabetische retinopathie

Diabetische retinopathie is een complicatie van suikerziekte waarbij er veranderingen optreden in de bloedvaten van het netvlies. Deze veranderingen kunnen zich voordoen in twee vormen. De wand van de kleine bloedvaten is veranderd, daardoor kan lekkage van vocht en bloed optreden (exsudatieve retinopathie). Daaropvolgend kan bloedvatnieuwvorming optreden (proliferatieve retinopathie). Deze nieuwe bloedvaatjes zijn erg broos en kunnen gemakkelijk bloedingen in het glasvocht binnen in het oog veroorzaken.

Controle

Het risico van het krijgen van een retinopathie neemt toe met de tijd dat de suikerziekte bestaat. Omdat het mogelijk is al geruime tijd aan suikerziekte te lijden zonder dat men daar iets van heeft gemerkt is het verstandig ook de ogen te laten controleren zodra er suikerziekte is vastgesteld. Het algemeen advies luidt deze controle jaarlijks te herhalen ook als u geen oogklachten heeft. Er kunnen afwijkingen optreden in de ogen die (nog) geen klachten geven maar wel behandeld moeten worden om verdere beschadiging te stoppen.

Onderzoek

Bij het onderzoek door de oogarts wordt de pupil met druppels verwijd, zodat het netvlies goed kan worden bekeken. Deze druppels maken het zien tijdelijk minder. Als er afwijkingen worden gevonden, kan het noodzakelijk zijn foto's te maken met contrastvloeistof (fluorescentie angiografie). Hierbij wordt een kleurstof in de arm gespoten. Soms kan men hier wat misselijk van worden. Met behulp van dit onderzoek kan de oogarts de mate en de ernst van de afwijking beter beoordelen.

Behandeling

Wanneer er afwijkingen in het netvlies worden vastgesteld, kan een laserbehandeling in een groot aantal gevallen een verder achteruitgaan van het zien stoppen of vertragen.

Laserbehandeling

Met laserbehandeling is het mogelijk bijzondere lichtstralen op het netvlies te richten. In geval van exsudatieve diabetische retinopathie is het mogelijk de lekkende bloedvaten dicht te lassen. Deze behandeling duurt in het algemeen ongeveer tien minuten. Wanneer er echter nieuwe bloedvaatjes zijn gevormd (proliferatieve diabetische retinopathie) moet vrijwel het gehele netvlies met laserstralen worden behandeld. Deze behandeling is veel uitgebreider dan de eerstgenoemde en zal vaak in meerdere keren plaatsvinden. De voorbereiding op de laserbehandeling bestaat uit oogdruppels om de pupil te verwijden en druppels om het oog te verdoven. Indien het gaat om een uitgebreide behandeling, kan ook een injectie bij het oog gegeven worden voor een plaatselijke verdoving.

Andere behandelingen

Als er een bloeding in de glasvochtruimte ontstaat kan soms een behandeling met koude (cryotherapie) helpen om de abnormale bloedvaten, die de bloeding hebben veroorzaakt, te doen verdwijnen. Als de bloeding hiermee niet voldoende opheldert, kan een vitrectomie worden uitgevoerd. Dit is een operatie, waarbij het glasvocht wordt verwijderd. Indien nodig kan tijdens de operatie het netvlies ook nog met laserstralen worden behandeld.

Conclusie

Helaas geeft suikerziekte nogal eens problemen met het zien. Door de steeds betere onderzoeks- en behandelingstechnieken is het tegenwoordig vaak mogelijk de retinopathie tot staan te brengen. In veel gevallen is het daardoor mogelijk blindheid te voorkomen. Laat daarom bij suikerziekte uw ogen regelmatig onderzoeken!


BRON: Essilor

Vaatafsluitingen in het oog

Inleiding

De bloedvoorziening in het oog bestaat uit arteriën (slagaders) die het bloed aanvoeren en venen (aders) die het bloed afvoeren. Bij een vaatafsluiting ontstaat een doorstromings probleem en gaat het oog minder functioneren. Er zijn drie typen van afsluitingen die hier worden besproken.

1) Veneuze afsluiting in het netvlies
Beschrijving:

Door de afsluiting van één van de venen kan het bloed niet meer uit het netvlies afgevoerd worden, de wanden gaan lekken en bloed, vocht en eiwitten komen in het netvlies. Wanneer een kleine vene is afgesloten vindt dit plaats in een klein deel van het netvlies. Wanneer de grote vene van het oog afgesloten is treedt de lekkage in het gehele netvlies op (vena centralis retinae afsluiting). Daar waar de lekkage is opgetreden functioneert het netvlies slechter en gaat het zicht achteruit.

Klachten:

Afhankelijk van de grootte van de afgesloten vene treedt gezichtsscherpte vermindering op in een deel van het gezichtsveld of neemt het totale zien af. Indien grote gedeeltes van het netvlies door de afsluiting een zuurstof tekort krijgen ontstaan nieuwe bloedvaten in het oog. Deze vaten zijn van slechte kwaliteit, ze lekken snel en kunnen aanleiding geven tot bloedingen. Indien deze vaten op andere plekken dan in het netvlies groeien kunnen ze aanleiding geven tot drukverhogingen in het oog (neovasculair glaucoom).

Diagnose:

De diagnose wordt gesteld door oogheelkundig onderzoek waarbij de pupil verwijd wordt om het netvlies goed te kunnen beoordelen. Soms worden kleuren contrastfoto's (fluorescentie angiogram) van het oog gemaakt om de mate van schade vast te stellen. De vaatafsluiting wordt veroorzaakt door veranderingen in de vaatwand. Dit kan o.a. optreden bij te hoge bloeddruk, aderverkalking, suikerziekte en een groot aantal minder frequent voorkomende aandoeningen. Meestal treedt de afsluiting op bij oudere leeftijd en is er al sprake van een van de voorgenoemde oorzaken. Jongere patiënten en mensen zonder voorgenoemde aandoeningen worden vaak naar een internist verwezen voor uitgebreider onderzoek naar aandoeningen die de vaatafsluiting kunnen veroorzaken.

Behandeling:

Bij ernstige schade aan het netvlies of bij vocht in de gele vlek kan het nodig zijn om een laserbehandeling uit te voeren. De laserbehandeling dient er voor te zorgen dat er geen nieuwe bloedvaten van slechtere kwaliteit gaan groeien. Het zien wordt niet beter door deze behandeling maar mogelijke verslechtering kan wel voorkomen worden. Bij vocht in de gele vlek kan een laserbehandeling er voor zorgen dat het vocht beter afgevoerd wordt waardoor het zien kan verbeteren.

2) Arteriële afsluiting van het netvlies
Beschrijving:

Bij een arteriële afsluiting van het netvlies krijgt een deel of het gehele netvlies geen zuurstof meer. Het netvlies houdt dan direct op met functioneren en sterft na ongeveer 24 uur af.

Klachten:

Doordat het netvlies direct ophoudt met functioneren merkt de patiënt dat het zien plots minder is geworden in een deel of het gehele gezichtsveld. Net als bij een veneuze afsluiting in het netvlies kunnen bij een arteriële afsluiting van het netvlies door het zuurstoftekort nieuwe bloedvaatjes gevormd worden die snel kunnen bloeden.

Diagnose:

Door oogheelkundig onderzoek waarbij de pupil verwijd wordt kan de oogarts veranderingen in het netvlies zien die passen bij de arteriële afsluiting van het netvlies. Gezichtsveldonderzoek kan de uitgebreidheid van de afsluiting in kaart brengen. Onderzoek naar de oorzaak van de afsluiting (b.v. een bloedpropje van elders uit het lichaam) is nodig om herhaling proberen te voorkomen. Met name het hart en de grote halsslagaders dienen onderzocht te worden. Soms gaat de afsluiting gepaard met klachten van algemeen ziekte gevoel. De oorzaak kan dan een ontsteking van de grote arteriën zijn (arteritis temporalis). Een hoge bloedbezinking en eventueel pathologisch anatomisch onderzoek van een stukje bloedvat uit de slaap kunnen dan de diagnose geven.

Behandeling:

Wanneer de patiënt kort na het begin van de klachten bij de oogarts komt dan kan geprobeerd worden de zuurstofvoorziening aan het netvlies te verbeteren. Meestal heeft dit geen succes. Indien een oorzaak van de afsluiting wordt gevonden moet dit natuurlijk ook behandeld worden. Bij een arteritis temporalis kunnen hormoonpreparaten (Prednison) in hoge doseringen nodig zijn om een aanval aan het andere oog te voorkomen. Bij vaatnieuwvorming kan een laserbehandeling nodig zijn om dit tegen te gaan. In tegenstelling tot een afsluiting van een vene is bij de arteriële afsluiting geen verbetering op termijn te verwachten.

3) Afsluiting van de vaatvoorziening van de oogzenuw (nervus opticus)
Beschrijving:

Indien de vaatvoorziening van de oogzenuw afgesloten raakt krijgt de oogzenuw geen zuurstof meer en houdt op met het doorgeven van de signalen van het netvlies naar de hersenen.

Klachten:

Doordat de hersenen geen signalen van het netvlies krijgen ziet de patiënt niets meer met het aangedane oog. Indien slechts een deel van de vaatvoorziening is afgesloten ziet de patiënt in het bovenste of onderste deel van het gezichtsveld niet meer.

Diagnose:

Door middel van oogheelkundig onderzoek waarbij de pupil verwijd wordt, en eventueel gezichtsveldonderzoek en kleuren contrast foto's kan de diagnose gesteld worden. Ook hier volgt vaak onderzoek naar de oorzaak van de afsluiting (op oudere leeftijd vaak vaatverkalking). Een arteritis temporalis (zie arteriële afsluiting van het netvlies) kan ook een afsluiting van de vaatvoorziening van de oogzenuw geven.

Behandeling:

Het is zaak eventuele oorzaken zo goed mogelijk te behandelen. Uw oogarts kan u meer informatie geven wat in uw geval van toepassing is.


BRON: Essilor

Vlekken en Flitsen

Vlekjes

Troebelingen die in het gezichtsveld bewegen worden door veel mensen waargenomen. Niet altijd vallen deze troebelingen op. Tegen een lichte achtergrond zijn de vlekjes vaak duidelijker. Het glasvocht (ook wel glasachtig lichaam genoemd) is een gelei die het grootste gedeelte van het oog opvult. Het bevindt zich achter de ooglens. Normaal glasvocht laat lichtstralen ongehinderd door naar het netvlies. Wanneer zich troebelingen voordoen in het glasvocht geven een schaduw op het netvlies. Dit kan in allerlei vormen worden waargenomen: puntjes, cirkels, spinnenwebben.

Oorzaken

Glasvochttroebelingen kunnen meerdere oorzaken hebben. Een aantal worden hieronder vermeld:

  • De meest voorkomende oorzaak is veroudering. Er ontstaan verdichtingen in het glasvocht. Bijziende mensen hebben hiervoor meer aanleg. Hoewel deze glasvochttroebelingen hinderlijk kunnen zijn is het een onschuldige aandoening.
  • Bij een netvliesscheur zijn glasvochttroebelingen vaak de eerste verschijnselen, samen met lichtflitsen.
  • Ook bij een ontsteking in het oog (uveïtis) kunnen bewegende vlekjes worden gezien.
  • Bij suikerziekte kan bloed in het glasvocht komen wat ook als vlekjes wordt waargenomen. Dit kan plotseling gebeuren.
  • Een andere oorzaak van een plotselinge troebeling kan het loslaten van het glasvocht zijn. Het glasvocht zit op een aantal plaatsen aan het netvlies vast. Bij het ouder worden slinkt het glasvocht en laat los van het netvlies. Hierbij ontstaan glasvochttroebelingen.
Verloop

In de loop van de tijd worden de troebelingen vaak kleiner en geven steeds minder hinder.

Risico's

Wanneer het glasvocht krimpt en loslaat van het netvlies kan er in een klein aantal gevallen een gaatje in het netvlies ontstaan. Hierbij kan soms een bloeding ontstaan. Dit uit zich als kleine vlekjes in het gezichtsveld. Het gaatje in het netvlies kan soms het begin zijn van een netvliesloslating.

Flitsen

Dit loslaten van het glasvocht gaat soms gepaard met lichtflitsen, net of een TL-lamp aan- en uitgaat. Ook dit gaat meestal vanzelf weer over. Als de lichtflitsen aanhouden en gepaard gaan met veel zwarte vlekjes dan is onmiddellijk onderzoek noodzakelijk. Lichtsensaties die zich als gekartelde lijnen uitbreiden, meestal in beide ogen tegelijk en 10 à 20 minuten duren, worden waarschijnlijk door migraine veroorzaakt. Zeker wanneer dit gevolgd wordt door hoofdpijn.

Onderzoek

Wanneer geleidelijk ontstane troebelingen storen is een oogheelkundig onderzoek door de oogarts zinvol. Deze kan zien of het gaat om onschuldige klachten of niet. Bij plotseling ontstane troebelingen dient u onmiddellijk de huisarts te consulteren. Deze kan vaststellen of een eventuele spoedverwijzing naar de oogarts nodig is.

Behandeling

Het is belangrijk vast te stellen wat de oorzaak is. Bij een ontsteking zal behandeling noodzakelijk zijn. Bij suikerziekte is eventueel laserbehandeling nodig. Wanneer een gaatje in het netvlies is ontstaan zal een laserbehandeling nodig zijn om een netvliesloslating te voorkomen. Vaak verdwijnen de troebelingen spontaan of is er nauwelijks hinder. Wanneer de troebelingen aanhouden is het mogelijk het glasvocht weg te halen.

FAQ: Werking van het oog

Hoe werkt het oog?

De harde oogrok (sclera)

De harde oogrok of sclera vormt de buitenkant van de oogbol en geeft het oog zijn stevigheid. De sclera heeft een witte kleur, maar is aan de voorkant voor een deel doorzichtig. Dit transparante gedeelte noemen we het hoornvlies of cornea

Het vaatvlies (chorioidea)

Aan de binnenkant van de harde oogrok ligt het vaatvlies of chorioidea. Het vaatvlies bestaat uit een dicht netwerk van bloedvaten. Dit verzorgt de voeding van de staafjes en de kegeltjes. Het vaatvlies gaat aan de voorkant van het oog over in de iris (regenboogvlies). Tegen de binnenkant van het vaatvlies ligt het netvlies

Het netvlies (retina)

De speciale cellen waaruit het netvlies of retina bestaat, noemen we fotoreceptoren. Deze cellen kunnen beelden omzetten in elektrische signalen, die vervolgens naar onze hersenen worden verzonden. Op het netvlies vinden we twee soorten fotoreceptoren: kegeltjes en staafjes. Met de kegeltjes (zo'n 6 miljoen per oog) kunnen we bij daglicht en goede kunstverlichting zien. De kegeltjes stellen ons in staat details en kleuren te onderscheiden. De staafjes verstrekken informatie uit de perifere blikvelden. Deze informatie is minder gedetailleerd en zonder kleuren. Daarom kijken we in het donker met de staafjes.

De gele vlek (macula lutea)

De gele vlek of macula lutea is een gebiedje op het netvlies waar de kegeltjes heel dicht op elkaar geplaatst liggen. Met dit deel van het netvlies zien we de hele fijne details. Hoe goed en hoe scherp iemand hiermee ziet, wordt uitgedrukt in gezichtsscherpte.

De optische zenuw (nervus opticus)

De optische zenuw of nervus opticus vormt de verbinding tussen het oog en de hersenen. Via de optische zenuw worden de elektrische impulsen van het netvlies naar onze hersenen gezonden. Daar worden de impulsen vertaald naar beeldinterpretaties.

Het glasachtig lichaam (corpus vitreum)

De grote ruimte tussen de ooglens en het netvlies is gevuld met glasvocht of corpus vitreum. Deze geleiachtige massa wordt omgeven door een dun vlies. Het glasvocht bevat geen bloedvaten. Wel bevat het dunne vezels die zorgen voor elasticiteit en stevigheid. Door naar een strak blauwe lucht of een wit plafond te kijken, kunt u deze vezels soms in uw oog zien. Dit verschijnsel noemt men mouches volantes (vliegende muggen). Naarmate we ouder worden neemt de elasticiteit van de elastische vezels in het glasvocht af. Rond het 60ste jaar kan het glasvocht zich zelfs iets verdichten, waardoor het gedeeltelijk los komt te liggen van het netvlies.

De ooglens (lens cristalina)

De ooglens of lens cristalina zorgt voor het fijn scherpstellen van het oog. De lens heeft een sterkte van ongeveer 20 dioptrieën. De ooglens kan van sterkte veranderen door boller te worden. Zo kunnen we het oog scherpstellen en van dichtbij tot veraf scherp zien. Dit bijstellen van de ooglens wordt accommoderen genoemd.

De pupil en de iris (regenboogvlies)

Van buitenaf is de pupil een rond zwart gaatje in de iris of het regenboogvlies. Wij kijken als het ware door de pupil naar buiten. In fel licht verkleint de pupil, in het donker wordt deze weer groter. Zo wordt de hoeveelheid licht die het oog binnenkomt geregeld. De iris bepaalt de kleur van de ogen. Iemand met veel pigment in de ogen heeft bruine ogen. Bij weinig pigment heeft men blauwe of grijze ogen. Deze laatste groep is vaak gevoeliger voor zonlicht.

De voorste en de achterste oogkamer

De ruimte tussen het hoornvlies en de iris noemen we de voorste oogkamer. Deze ruimte is gevuld met een heldere vloeistof, het oogvocht of kamerwater. De achterste oogkamer is de ruimte tussen de iris en de ooglens. Het kamerwater wordt gemaakt door het straallichaam (corpus cilaire). Dit ligt in de achterste oogkamer en stroomt langs de ooglens door de pupil naar de voorste oogkamer. In de hoek van de voorste oogkamer, de kamerhoek, zitten vele kleine openingen in de harde oogrok. Via dit zogenaamde trabekelsysteem wordt het kamerwater afgevoerd naar de bloedbaan. Zuurstof, maar ook diverse voedingsstoffen worden via het kamerwater aangevoerd. De oogdruk wordt bepaald door het evenwicht tussen de aanmaak en de afvoer van het kamerwater.

Het hoornvlies (cornea)

Het hoornvlies of cornea bevindt zich aan de voorkant van het oog. Dit is het doorzichtige deel van de harde oogrok of sclera, die rond de gehele oogbol ligt. Het hoornvlies heeft een sterke brekende werking, zelfs sterker dan de eigenlijke ooglens. De brekingssterkte van een lens wordt uitgedrukt in dioptrieën. Hoe groter het aantal dioptrieën, hoe sterker de lens. De brekingssterkte van het hoornvlies ligt tussen de 40 en 45 dioptrieën.

De brekende werking van het oog

Het oog is een ingenieus optisch instrument. Het bestaat uit diverse onderdelen, zoals het hoornvlies, de ooglens en het netvlies. Evenwijdige lichtstralen van voorwerpen die uit de verte komen, worden in het oog door het hoornvlies en de ooglens naar elkaar toe gebroken. Indien het oog geen bril of contactlenzen nodig heeft, ligt het brandpunt precies op het netvlies. Het netvlies stuurt deze informatie via de oogzenuw door naar de hersenen. Daar wordt de informatie 'vertaald' naar begrijpelijke beelden. Er zijn echter drie verschillende brekingsafwijkingen van het oog waardoor veel mensen niet scherp zien: bijziendheid, verziendheid en cilindrische afwijking.


BRON: Essilor

UV bescherming voor uw ogen

De andere kant van de zon

Het is al lang bekend dat we huidproblemen kunnen krijgen als we ons onbeschermd aan veel zon blootstellen. Niet iedereen weet echter dat Ultra Violet licht ook uw ogen kan beschadigen. Zonneschijn wordt over het algemeen gezien als weldadig, vrijwel iedereen geniet ervan. Onder invloed van het UV-licht, zo'n 2% van alle zonnestralen, krijgen we in de zon een "gezond" zomers tintje. Toch moeten we bedacht zijn op de minder prettige kant van dat UV-licht!

De effecten van UV-straling

Het meeste UV-licht dat onze ogen bereikt wordt geabsorbeerd door het hoornvlies en de ooglens. Wordt het oog echter blootgesteld aan een 'overdosis' UV-licht, dan kan dit tot problemen leiden en schadelijk zijn voor het oog. Tijdens de wintersport kan een slechte bescherming zelfs leiden tot sneeuwblindheid. Door de weerspiegeling op het water kan het oog tijdens het intensief beoefenen van watersport geïrriteerd raken. De ogen worden rood en de oogleden zwellen op. Normaal gesproken verdwijnt dit ongemak na een dag of drie.

Schaduwzijde

Zonder een goede zonnebril heeft UV-licht vrij spel, ook al merkt u dat zelf niet direct. Toch heeft ook een zonnebril nog een schaduwzijde. Als u een zonnebril draagt met donkere glazen worden de pupillen groter dan normaal. Hierdoor dringt er meer schadelijk UV-licht het oog binnen. Zonder bril wordt de pupil juist kleiner om de hoeveelheid licht die het oog binnenkomt te temperen. Kies daarom altijd voor een kwaliteitszonnebril.

Bescherming tegen UV

Kwaliteitszonnebrillen zijn verkrijgbaar met verschillende beschermingskwalificaties. De kleur van de glazen heeft weinig tot geen invloed op de mate van bescherming. Zonneglazen moeten binnen de Europese wetgeving UV-licht tot 380nm wegfilteren. Voor veel water- en wintersporters is een extra UV400 bescherming géén overbodige luxe!

Materiaal

Het materiaal waar de glazen van gemaakt zijn, beïnvloedt de beschermingsfactor. Zo is een kunststof brillenglas veiliger dan glas. Moderne dunne en lichte kunststof brillenglazen hebben zelfs standaard een volledig onzichtbare UV-filter. Wel zo veilig tegen dat niet zo onschuldige zonlicht.

Kies voor kunststof!

Op latere leeftijd kan de ooglens vertroebelen, mede onder invloed van UV-licht. Het netvlies kan door intensieve straling schade oplopen, vooral in landen rond de evenaar. Het is dan ook raadzaam om problemen op latere leeftijd te voorkomen door te kiezen voor kunststof brillenglazen.

Tip!

Bepaalde geneesmiddelen kunnen overgevoeligheid van het oog voor UV - straling veroorzaken.

UV en zonneglazen
UV-straling beschadigt onbeschermde ogen

Ogen zijn erg gevoelig voor ultraviolette straling van de zon. Een hoge UV-straling put de ogen uit en kan zelfs weefsels permanent beschadigen. Zo kan onbeschermde blootstelling aan UV-straling niet alleen branderige, tranende ogen en hoofdpijn veroorzaken, maar ook een ontsteking van het hoornvlies, zonnebrand van de oogleden en een vervroegde vertroebeling van de ooglens. Een goede zonnebril met UV-filter geeft hiertegen bescherming. Wij hebben zonneglazen op sterkte en in diverse uitvoeringen verkrijgbaar.

Een onbeschermde blootstelling aan zeer hoge UV-straling maakt het oog kwetsbaar, omdat ogen net als de huid op lichtagressie reageren. Door het zonlicht vernieuwen oogcellen zich constant, maar de herstelcapaciteit van ogen is echter beperkt. Het gevolg is dat de UV-straling de kwetsbare ogen permanent kunnen beschadigen. Zo kan zonnebrand van de oogleden op de lange termijn zelfs huidkanker veroorzaken. De slijmvliezen die de binnenkant van de oogleden en het oogwit bekleden zijn gevoelig voor ontstekingen. Het hoornvlies, kan al na één tot twee uur onbeschermde blootstelling aan de zon gaan zweren (Keratitis). De UV-straling kan het oog dermate aantasten, dat vertroebeling van de lens (Cataract) vijf tot tien jaar vroeger dan gemiddeld optreedt. Zelfs de toename van het aantal gevallen van leeftijdsgebonden maculaire degeneratie, de voornaamste oorzaak van (gedeeltelijke) blindheid boven de vijftig jaar, wordt wellicht bevorderd door de alsmaar sterkere wordende UV-straling.

Kracht van UV

De kracht van de UV-straling wordt door een aantal factoren bepaald. Zo is in de zomer de hoeveelheid licht veel groter en staat de zon midden op de dag loodrecht boven het aardoppervlak. Hoogte is bepalend: in de bergen wordt minder UV uit het licht gefilterd dan op zeeniveau. De kracht van UV-straling is sterker als het licht wordt weerkaatst door sneeuw, water of zand. Beoefenaars van winter- en zomersporten, zoals skiën, zeilen en strandsporten moeten hun ogen dus goed beschermen. Tijdens de wintersport kan een slechte bescherming namelijk leiden tot sneeuwblindheid en door de weerspiegeling op het water kunnen ogen geïrriteerd raken. Autorijders ondervinden doorgaans ook last van het zonlicht. Met name de laagstaande zon in het voor- en najaar en de schittering weerkaatst vanaf een nat wegdek, het dashboard of andere auto’s wordt als hinderlijk ervaren.

UV-filter

Er bestaan specifieke zonneglazen voor alle situaties waarbij zonlicht een rol speelt. De zonneglazen zijn op sterkte, unifocaal, bifocaal en multifocaal, en in diverse uitvoeringen en kleuren verkrijgbaar. De kwaliteit van het zonneglas hangt sterk af van de werking van de aanwezige UV-filters. Zonneglazen moeten namelijk binnen de Europese wetgeving UV-licht tot 380nm wegfilteren.

Contactlenzen

Ook mensen die contactlenzen dragen worden geadviseerd een zonnebril te dragen. De meeste contactlenzen beschikken over een UV-filter, die het hoornvlies, de lens en het netvlies tegen zonnestralen beschermen. De contactlenzen beschermen echter niet de oogleden, met gevaar voor bindvliesontsteking tot gevolg. Bij hoge lichtsterkte of in de bergen is het dus raadzaam een zonnebril te dragen.


BRON: Essilor

FAQ: Kijkproblemen

Klik op één van onderstaande vragen of trefwoorden voor meer informatie.

Bijziendheid (myopie)


U kunt ver weg niet goed zien

Wat is bijziendheid?

Een bijziend of myoop oog is langer dan het 'normale' oog. Het brandpunt van de gebroken lichtstralen bevindt zich vóór het netvlies. Op het netvlies vormt zich een onscherp beeld. Hierdoor worden voorwerpen in de verte wazig waargenomen. De lichtstralen van een nabijgelegen punt kunnen nog wel scherp op het netvlies worden afgebeeld. Omdat een bijziende meestal beter dichtbij dan veraf kan zien, heet hij "bijziend".

Oplossing

Een negatieve lens (min-brillenglas) voor het oog trekt de invallende lichtbundel iets uit elkaar, zodat het brandpunt naar achteren verschuift. Het brandpunt wordt weer keurig op het netvlies afgebeeld en de bijziende ziet weer haarscherp.

Wanneer?

Bijziendheid ontwikkelt zich meestal tussen het 10e en 25e levensjaar. Beginnende bijzienden gaan graag wat dichter bij de televisie zitten. Zij hebben echter, in meer of mindere mate, moeite met het lezen van bijvoorbeeld verkeersborden op afstand. Om beter op het schoolbord te kunnen kijken, gaan kinderen liever vooraan in de klas zitten. Een ongecorrigeerde bijziende herken je vaak aan het 'knijpen' met de ogen, bijvoorbeeld bij het televisie kijken.

Veel gestelde vragen over bijziendheid
Wat is de oorzaak van bijziendheid?

De oogbol is relatief te lang of de brandpuntsafstand van de ooglens is te kort. Hierdoor worden de lichtstralen die het oog bereiken niet juist gebroken. Het brandpunt valt vóór het netvlies. Er zijn aanwijzingen dat bijziendheid erfelijk is. Echter, steeds vaker blijkt dat ook langdurig nabijwerk een oorzaak kan zijn.

Hoe vaak komt bijziendheid voor?

Zo'n 30% van de bevolking is bijziend. Bijziendheid manifesteert zich meestal al bij schoolgaande kinderen en zet door tijdens de groei.

Hoe wordt bijziendheid vastgesteld?

Bij kinderen kan bijziendheid meestal eenvoudig worden vastgesteld, omdat ze vaak met de ogen knijpen. Ook hebben ze moeite met het kijken op het schoolbord, bij het televisie kijken of met het scherp zien in de verte. Volwassenen merken vaak dat ze moeite hebben met het autorijden, met name in het donker.

Kan een bril of contactlenzen bijziendheid voldoende corrigeren?

Met een bril of contactlenzen is bijziendheid optisch simpel te corrigeren. De breking van de lichtstralen die het oog bereiken wordt iets veranderd.

Is een bril dragen nodig?
Een correctie is vaak noodzakelijk om goed te kunnen zien. Als uw gezichtvermogen is verminderd, dan adviseert Optiek Mertens een op uw ogen afgestemde correctie. Soms is een correctie voor bepaalde situaties zoals televisie kijken en autorijden voldoende.

BRON: Essilor

Verziendheid (hypermetropie)


U kunt van dichtbij niet goed zien

Hoe kom u aan verziendheid?

Een verziend of hypermetroop oog is korter dan het normale oog. Het brandpunt van de gebroken lichtstralen bevindt zich achter het netvlies. Hierdoor vormt zich op het netvlies een onscherp beeld en worden voorwerpen wazig waargenomen. Door de ooglens boller te maken (accommoderen) kan het beeld toch af en toe scherp worden gesteld. U moet zich ongewild extra inspannen om - zelfs op afstand - goed en scherp te kunnen zien. Dichtbij zien vraagt een nog grotere inspanning, als dit al lukt. Deze extra inspanning van de oogspieren veroorzaakt meestal moeheid, spanning en een behoorlijk gevoel van ongemak.

Jong en oud

Verziendheid komt bij jongere mensen minder snel aan het licht, omdat jongeren over voldoende accommodatievermogen beschikken om deze oogfout te corrigeren. Dit permanente corrigeren kan echter tot hoofdpijn en branderige ogen leiden. Bij ouderen daarentegen neemt het accommodatievermogen langzaam af. Met een positieve lens (plus brillenglas) voor het oog wordt het licht extra gebroken. Het brandpunt wordt precies op het netvlies afgebeeld en we zien weer scherp.

Beginnende verziendheid

Wie beginnend verziend is, ziet minder scherp op korte afstanden. Het zicht in de verte blijft vaak goed. De eerste tekenen van verziendheid zijn vermoeide en branderige ogen, concentratieverlies en hoofdpijn. Een verziende heeft de neiging een krant of een leesboek verder weg te houden. Beeldschermwerkers gaan verder van het beeldscherm zitten. Verziendheid of hypermetropie is geen ziekte. Het is een 'schoonheidsfoutje' van de natuur.

Veel gestelde vragen over verziendheid
Wat is de invloed van verziendheid op mijn gezichtsvermogen?

Als uw ooglens een voorwerp niet meer scherp op het netvlies kan projecteren gaat u wazig zien. Als u vermoeid bent kost het scherpstellen meer moeite.

Komt verziendheid veel voor?

Een groot aantal mensen is min of meer verziend. De mate van deze oogafwijking bepaalt hoe ernstig uw problemen zijn met goed zien. Veel verzienden stellen een bezoekje aan de opticien zo lang mogelijk uit.

Wat zijn de symptomen van verziendheid?

Verzienden krijgen problemen met de concentratie, een wazig zicht van dichtbij en pijn in de ogen. Ook vermoeidheid, hoofdpijn en brandende ogen komen naarmate de dag vordert veel voor. Alleen wie goed van dichtbij kan zien, voorkomt deze ongemakken.

Hoe wordt verziendheid vastgesteld?

Verziendheid kan nauwkeurig gemeten worden met een oogmeting. Een standaard onderzoek zoals vaak op scholen wordt uitgevoerd, is vaak niet de beste onderzoeksmethode omdat een lettertest op afstand de basis vormt van dat onderzoek. Jonge verzienden accommoderen gemakkelijk en lezen de letter met een beetje inspanning probleemloos.

Hoe wordt verziendheid verholpen?

Verziendheid is geen oogziekte. De logische oplossing is dus een optische correctie. Een lichte mate van verziendheid hoeft niet altijd gecorrigeerd te worden. Dankzij extra inspanning van de oogspieren, kunt u vaak ook op korte afstand nog scherp zien. Pas bij een hogere correctie adviseert Optiek Mertens u een bril of contactlenzen.


BRON: Essilor

Leeftijdsverziendheid (presbyopie)

Flexibiliteit en leeftijd

Als we geboren worden is onze ooglens zeer flexibel. Een kind kan beelden vlak voor het oog haarscherp zien. Naarmate we ouder worden vermindert deze oorspronkelijke flexibiliteit echter snel. Het wordt moeilijk om het oog zodanig in te stellen dat we voorwerpen van dichtbij scherp zien. Dit merken we pas als we moeite krijgen met lezen. Meestal is dat tussen ons 40ste en 45ste levensjaar. Met name als we vermoeid zijn, moet de lens zich erg inspannen. Mensen klagen over 'te korte armen' bij het lezen. Het boek wordt op steeds grotere afstand gehouden. Dit moeizame lezen gaat meestal gepaard met vermoeidheid, hoofdpijn en concentratieverlies.

Andere symptomen

Ook het gebruik van een sterke lichtbron duidt op leeftijdsverziendheid. Bij veel licht werkt de kleiner wordende pupil als een kleiner wordend diafragma. Dit leidt net zoals in een fotocamera tot extra dieptescherpte. De vermindering van het accommodatievermogen gebeurt onafhankelijk van eventuele al bestaande oogafwijkingen. Het kan dus tegelijk voorkomen met bijvoorbeeld bijziendheid, verziendheid en astigmatisme.

Leesbril

De oplossing voor dit ongemak is een leesbril. Althans, voor mensen die voorheen nog niet brildragend waren. Voor wie al een bril droeg met plus of min glazen, biedt een bril met progressieve glazen uitkomst. In de leesbril of gecombineerde bril wordt een extra positieve sterkte aan de benodigde vertecorrectie van dat oog toegevoegd. De sterkte is uiteraard afhankelijk van de leesafstand en de leeftijd.

Veel gestelde vragen over presbyopie
Wat is de oorzaak van presbyopie ?

Na de puberteit groeien de ogen niet meer. De ooglens blijft echter doorgroeien en de hoeveelheid cellen in de lens neemt toe. Hierdoor verliest de ooglens op den duur de nodige elasticiteit. Scherpstellen op korte afstand wordt moeilijker. Wanneer dit gebeurt verschilt van persoon tot persoon. In het algemeen treedt presbyopie na het veertigste levensjaar op.

Wat is presbyopie?

Presbyopie is de wetenschappelijke naam voor leeftijdsverziendheid, een veel voorkomend kijkprobleem bij mensen die de veertig zijn gepasseerd. In de volksmond wordt dit ook wel het probleem van de "te korte armen" genoemd.

Hoe herken je presbyopie?

Het meest opvallende symptoom is de manier waarop een presbyoop een boek of een krant leest. Om de letters weer scherp te krijgen worden de armen uitgestrekt. Ook wazig zien op leesafstand, hoofdpijn en vermoeide ogen duiden op deze oogafwijking.

Kan presbyopie worden voorkomen?

Helaas niet. Presbyopie is een natuurlijk gevolg van het ouder worden.

Hoe wordt presbyopie vastgesteld?

Tijdens een oogmeting wordt getest of u goed en scherp dichtbij kunt zien. De afwijking van beide ogen wordt nauwkeurig gemeten, omdat de ogen nogal eens verschillend zijn.

Hoe wordt presbyopie gecorrigeerd?

Presbyopie kan op verschillende manieren worden gecorrigeerd omdat deze afwijking vaak voorkomt in combinatie met andere veel voorkomende oogafwijkingen zoals myopie, hypermetropie of astigmatisme. Tijdens de oogmeting stellen wij exact vast welke correctie u nodig heeft om weer scherp en comfortabel te kunnen zien. Wij stellen dan ook vragen over uw gezondheid, uw werkomstandigheden en uw hobby's. Op basis van deze aanvullende informatie adviseren wij u welke kijkoplossing het beste bij u past: een leesbril, een bril met bifocale of progressieve glazen, of contactlenzen.

Waarom moeten uw ogen rond uw veertigste regelmatig worden gecontroleerd?

Het minder flexibel worden van de ooglens is een continu proces. Daarom is het verstandig om regelmatig uw ogen te laten controleren.


BRON: Essilor

Cylinderafwijking (astigmatisme)

Krommingsfout

Een cilindrische afwijking of astigmatisme is een krommingsfout van het hoornvlies, dat onregelmatig van vorm is. Het hoornvlies heeft niet de vorm van een bol, maar van een rugbybal. Het is in de ene richting sterker gekromd dan in de andere. Astigmatisme kan op zichzelf of in combinatie met bij- of verziendheid voorkomen. Mensen met een cilindrische afwijking zien wazig of een in één richting vervormd, opgerekt beeld. Astigmatisme is een veel voorkomende afwijking van het gezichtsvermogen.

Correctie

Astigmatisme kan in combinatie met een positieve of negatieve sferische lens (bril of contactlenzen) prima worden gecorrigeerd. De praktijk leert echter dat mensen door de jaren heen gewend zijn geraakt aan het vertekende beeld. Bij het kijken door cilindrische correctieglazen wordt het juiste beeld aanvankelijk soms als vertekend ervaren. Na een gewenningsperiode verdwijnt die vertekening en ziet men weer volledig scherp.

Veelgestelde vragen over astigatisme
Hoe ontstaat astigmatisme?

De oorzaak van deze onregelmatige vorm is niet geheel duidelijk. In sommige gevallen kan astigmatisme erfelijk bepaald zijn. Ook een natuurlijke druk van de oogleden op het hoornvlies kan invloed hebben, net als een toenemende belasting van de ogen door intensief werken op korte afstand.

Komt astigmatisme veel voor?

Bijna iedereen heeft een zekere mate van astigmatisme. Alleen als er sprake is van matig tot sterk astigmatische ogen, is een correctie in de vorm van een bril of contactlenzen nodig.

Wat zijn de symptomen van astigmatisme?

De buitenwereld wordt wazig of vervormd waargenomen. Mensen met een matige afwijking ervaren klachten als hoofdpijn, pijnlijke ogen, vermoeidheid of een wazig zicht op bepaalde afstanden.

Hoe wordt astigmatisme ontdekt?

Een uitgebreide oogmeting kan astigmatisme aan het licht brengen.

Kan astigmatisme worden gecorrigeerd?

Astigmatisme kan in de meeste gevallen optisch uitstekend worden gecorrigeerd, met een bril of contactlenzen.

Wordt astigmatisme erger in de loop der jaren?

De mate van astigmatisme kan langzaam toenemen. Als u uw ogen regelmatig door ons laat controleren, kan scherp zicht worden gegarandeerd.


BRON: Essilor

Achter de computer

Computerbril

Vroeger brachten we het grootste deel van onze tijd buiten door. Sinds de industriële revolutie worden we echter gedwongen op korte afstanden te werken. Het komt steeds vaker voor dat we langer dan 4 uur aan een stuk achter een beeldscherm zitten. Werkt u dagelijks langdurig met een beeldscherm en heeft u regelmatig last van branderige en vermoeide ogen? Dan kan een speciale computerbril of werkbril verlichting brengen.

Welke oogklachten kunt u krijgen van werken met computers?

Geringe afwijkingen aan de ogen kunnen een vermoeid drukkend gevoel, concentratieverlies en hoofdpijn veroorzaken. Deze klachten ontstaan door de gespannen manier van kijken. De ogen moeten zich overmatig inspannen en vaak van afstand wisselen. Daarom hebben veel mensen die langdurig beeldschermwerk hebben gedaan, moeite met scherp kijken op grotere afstanden. De ogen hebben te lang in een soort verkrampte situatie gefunctioneerd. Veel mensen krijgen hierdoor snel last van vermoeide ogen en concentratieverlies. Wat u leest, dringt niet echt tot u door. Soms moet je een paar keer scherpstellen om de informatie op het beeldscherm op te nemen.

Irritaties

Uit onderzoek is gebleken dat u minder knippert als u op het beeldscherm kijkt. Hierdoor kunt u branderige ogen, slaperige ogen, geïrriteerde ogen, rode en droge ogen krijgen. Zorg daarom voor een goede verlichting en vermijd hinderlijke schitteringen of reflecties. Kies bij de aanschaf van een computerbril voor een brillenglas met een ontspiegeling. Omdat deze ontspiegeling alle hinderlijke reflecties in en op het brillenglas wegneemt, kijkt u comfortabeler.


BRON: Essilor

Bril en sport

Beter zien is beter presteren

Sportprestaties kunnen leiden onder een beperkt gezichtsvermogen. Een bijziende voetballer kan een cruciale bal missen. Bij veel bal- en racketsporten is een goede hand/oog coördinatie of hand/voet coördinatie noodzakelijk. Daarom kunnen kleine oogafwijkingen al een grote invloed hebben op uw prestaties. Als een tennisspeler bijvoorbeeld de afstand tot de bal verkeerd inschat zal hij de bal vaker met de rand van het racket raken. Twijfelt u wel eens aan de conditie van uw ogen, kom langs voor een oogmeting. Wij meten niet alleen uw gezichtsscherpte, maar onderzoeken ook hoe het met de samenwerking tussen uw ogen gesteld is.

Voor uw veiligheid

Veel sporten vereisen een goede concentratie en scherp zicht. Denkt u maar eens aan de risico's die een squashspeler loopt als hij te weinig ziet of ongeconcentreerd speelt. Zo'n klein squashballetje kan heel wat schade aanrichten als het frontaal op uw oogbol komt. Een goede beschermbril met onbreekbare polycarbonaat glazen biedt uw ogen extra veiligheid.

Speciaal sportglas

Uiteraard is er ook een polycarbonaat brillenglas voor brildragers. Vraagt u ons gerust naar de uiterst comfortabele, lichtgewicht polycarbonaat brillenglazen. Deze glazen absorberen meteen al het schadelijke UV-licht, ideaal voor buitensporters. Bent u erg lichtgevoelig, dan adviseren wij u meekleurende glazen. Deze passen zich razendsnel en automatisch aan de lichtomstandigheden aan.


BRON: Essilor

In het verkeer

Druk op de weg

Miljoenen mensen nemen dagelijks deel aan het steeds drukker wordende verkeer. Of u nu een voetganger, een fietser, een motorrijder of een automobilist bent, om ongelukken te voorkomen moet u opletten. Vooral tijdens het autorijden worden er hoge eisen gesteld aan ons gezichtsvermogen. In het verkeer kan niemand het risico lopen van slecht zicht. We moeten soms situaties inschatten en in een fractie van een seconde adequaat reageren.

Controle voor uw veiligheid

Een regelmatige controle van uw ogen is een must voor uw eigen veiligheid, maar uiteraard ook voor die van anderen. Twijfelt u aan de gezichtsscherpte van uw ogen, kom dan snel langs. Kleine afwijkingen kunnen uw reactietijd al negatief beïnvloeden. Een oogmeting maakt veel dingen zichtbaar. Kiest u een bril voor het autorijden of motorrijden, kies dan voor een brillenglas met een ontspiegeling. Dit soort glas biedt u maximale helderheid en minder reflecties in en op de glazen. Een glas met ontspiegeling geeft meer rust als u last heeft van de koplampen van tegemoetkomende auto's

Voorwaarden

Als automobilist moeten uw ogen voldoen aan een aantal voorwaarden om alle omringende informatie goed en snel te kunnen verwerken. De volgende voorwaarden zijn noodzakelijk:

  • Helder zicht
    Ziet u alle verkeerslichten en wegafzettingen op tijd en scherp? Wordt u weleens verrast door andere weggebruikers?
  • Zijwaartse waarneming
    Als u recht vooruit kijkt, ziet u dan voorwerpen van opzij nog scherp?
  • Diepte zien
    Heeft u moeilijkheden met het inschatten van de snelheid en afstanden tussen u en uw medeweggebruikers?
  • Zien in het donker
    Ziet u bij schemer, in het donker of bij slechte weersomstandigheden voldoende duidelijk? Sommige autorijders ondervinden last van nachtbijziendheid; ook wel nachtblindheid genoemd.
  • Verblinding van uw ogen
    Herstellen uw ogen voldoende snel bij verblinding door zonlicht of tegenliggers?
  • Samenwerking en accommodatievermogen tussen de ogen
    Ziet u direct scherp, als u snel van afstand moet wisselen? Bijvoorbeeld bij een blikwisseling van uw kilometerteller naar het kijken in de verte.
  • Waarneming van kleuren
    Kunt u alle kleuren goed onderscheiden?
Tip!

Houd zowel de binnenkant als de buitenkant van uw ruiten schoon voor een onbelemmerd zicht. Controleer regelmatig uw ruitenwissers op een goede en streeploze werking.


BRON: Essilor

Goed zien boven de veertig

Moeite met lezen?

Veel mensen tussen de 40 en 50 jaar krijgen moeite met lezen. U moet de krant zó ver weg houden, dat uw armen te kort lijken. Dit natuurlijke verschijnsel wordt presbyopie of leeftijdsverziendheid genoemd. Naarmate we ouder worden, vermindert de elasticiteit van veel weefsels, dus ook die van de ogen. De ooglens verliest daardoor heel geleidelijk het vermogen om zich scherp te stellen bij het nabij zien. Het gevolg is moeilijker lezen. Wellicht ziet u prima in de verte, maar de kleine lettertjes in bijvoorbeeld het telefoonboek worden steeds onduidelijker. Bij het lezen houdt u ongemerkt de krant of het boek op grotere afstand.

Presbyopie is te corrigeren

Gelukkig is er een eenvoudige oplossing voor dit ongemak. Met de juiste glazen is het gemis aan sterkte te compenseren. Er zijn verschillende glastypen waarmee u, net als vroeger, weer goed dichtbij kunt zien. Hierbij vindt u een overzicht van de belangrijkste glastypen en gaan we in op de voor- en nadelen ervan. Voor de keuze van het meest geschikte glastype voor uw leesprobleem kunt u niet zonder deskundige voorlichting, wij helpen u graag verder!

De leesbril

Dit is een vaak toegepaste oplossing voor het "leesprobleem". Bij het wisselend dichtbij en veraf zien moet u de leesbril steeds op- en afzetten. Droeg u al een bril voor in de verte, dan zult u steeds van bril moeten wisselen. Bij dagelijkse activiteiten kan dit hinderlijk en onpraktisch zijn.

De halve leesbril

Naar beneden kijkend heeft u een goed zicht op leesafstand. Voor het kijken in de verte slaat u de ogen op en kijkt u over de bril heen. Bij het afwisselend in de verte en dichtbij kijken, moeten de ogen, door de vergrotende werking van het glas, steeds een sprong nemen. Hierdoor wordt het vrije zien verstoord. Deze oplossing maakt bovendien geen geheim van uw leeftijd en is niet bruikbaar voor mensen die al een bril dragen voor het zien in de verte.

Interview

Een beperking van standaard leesglazen is dat ze slechts goed en helder zicht bieden op afstanden binnen 50cm. Bij het werken aan een bureau, een tekentafel, met een beeldscherm of bij het knutselen is het prettig of zelfs vaak nodig om ook op de grotere afstanden binnen handbereik goed en scherp te kunnen zien. Met Interview glazen, de leesglazen met een extra kijkbereik, kan dat. U ziet niet alleen alles tot 50 cm scherp, maar ook de aansluitende omgeving tot circa 150 cm.

Dubbelfocus of bifocaal

Als u al een bril draagt voor het zien in de verte, kunt u aan een extra leesbril denken. Veel mensen vinden het constante wisselen tussen vertebril en leesbril echter ongemakkelijk. Voor het corrigeren van zowel het zien in de verte als dichtbij kunt u daarom kiezen voor een zogenaamd dubbelfocus glas: het glas met een apart leesdeel. Deze glazen hebben een duidelijk voordeel boven glazen met maar één sterkte. Het afzetten of wisselen van de bril is niet meer nodig. U herkent de glazen aan een zichtbaar lijntje tussen het gedeelte voor het lezen en het gedeelte voor het zien in de verte. Bifocale glazen hebben twee correcties in één: één voor de leesafstand en de andere voor het zien in de verte. De plotselinge overgang tussen vertesterkte en leessterkte kan onplezierig en vermoeiend zijn. Zien op de tussenafstanden (50-60cm) is vaak moeilijk. Het oog twijfelt als het ware tussen de twee glassterktes.

Multifocale glazen

Bij multifocale glazen gaat de sterkte voor het zien in de verte zeer geleidelijk over in de leessterkte. Het onaantrekkelijke en storende scheidingslijntje ontbreekt. Een bril met multifocale glazen biedt goed zicht op elke afstand van dichtbij tot veraf, zonder hinderlijke overgangen.

De bril van uw keuze

Voor de juiste keuze van het voor u meest geschikte glastype, is deskundig advies gewenst. Wij helpen u graag met deze keuze! Uw bezigheden in werksfeer en vrije tijd bepalen, samen met het brilvoorschrift, de meest geschikte oplossing voor uw specifieke kijkprobleem. U zult zich het prettigst voelen met een bril die op uw persoonlijke wensen is afgestemd en bovendien een optimaal kijkcomfort biedt. Neem daarom gerust de tijd voor de aanschaf van uw bril.


BRON: Essilor

Kijkproblemen bij kinderen

Inleiding

Ruim 80% van alle informatie die we tot ons krijgen, bereikt ons via de ogen. Optimaal zien is dus een belangrijke voorwaarde voor goede schoolprestaties, maar ook noodzakelijk in het verkeer en bij het spelen en sporten. Dus denkt u dat uw kind problemen heeft met scherp zien, lees dan even verder. Hieronder staan een aantal herkenbare problemen. Zijn een of meer problemen op uw kind van toepassing, maak dan een afspraak voor een oogmeting.

  • Letters of woorden overslaan
  • Klachten over dubbelzien
  • Lezen met vinger of hulpmiddel
  • Moeite met begrijpend lezen
  • Lezen beneden leeftijdsniveau
  • Moeite met het herkennen van woorden
  • Branderige ogen
  • Draait cijfers of getallen om 31 voor 13
  • Vermoeid na intensief lezen
  • Jeukende, tranende ogen
  • Snel afgeleid of dromerig
  • Veel tijd nodig voor het huiswerk
  • Veel knipperen
  • Omdraaien van letters of woorden, b voor d, p voor q, daar voor raad, een voor nee etc.
  • Fronsen bij het lezen
  • Hoofd schuin houden bij het lezen of televisie kijken
  • Moeite bij het kijken op het schoolbord of bij televisiekijken
  • Leest niet graag, speelt liever buiten
Veel gestelde vragen over goed zien op school
Kan ik vertrouwen op een standaard ogentest?

Nee, de standaard ogentest die vaak op scholen wordt uitgevoerd is slechts indicatief. Er wordt met een simpele letterkaart gekeken of uw kind de letters op 5 meter afstand scherp kan zien. Eventuele andere mogelijke oogafwijkingen kunnen met deze test niet worden vastgesteld. Zo'n eenvoudige ogentest werkt uiteraard wel preventief, maar een uitgebreid en vakkundig optisch oogonderzoek zegt veel meer.

Waarom een uitgebreid oogonderzoek?

Het gezichtsvermogen van uw kind kan veranderen zonder dat uw kind dat merkt. Daarom is het verstandig om de ogen van uw kind ieder jaar door ons te laten onderzoeken. Tijdens deze controle wordt aandacht besteed aan de volgende punten: bijziendheid, verziendheid, astigmatisme, kleurwaarneming, onderlinge coördinatie van de ogen, goed dieptezicht en de mogelijkheid om de ogen goed scherp te stellen.

Wat gebeurt er als een kind een oogcorrectie nodig heeft?

Als uit het onderzoek blijkt dat een correctie nodig is, dan helpen wij u graag verder. Uw kind krijgt dan de meest geschikte kijkoplossing.

 

BRON: Essilor

Subcategorieën

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van al onze nieuwtjes

OPTIEK MERTENS BV

Leuvensestraat 1
B-3010 Kessel-Lo (Leuven)
www.optiekmertens.be | download logo

BTW: BE 0436 684 201

Openingsuren

Dinsdag tot vrijdag: 10 tot 18u
Zaterdag: 10 tot 17u  
Zondag en maandag gesloten

Contact

Tel.: +32 (0)16 26 22 72
Fax: +32 (0)16 25 13 64
Contactformulier (mail naar info@optiekmertens.be)

 

We use cookies

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.